Verloop van een sociale beweging
1. Behoefte aan vernieuwing, beperkt publiek
2. Dit vergroot in een breder publiek, gebruik van propaganda
3. Grotere delen van de bevolking wordt zich bewust van het probleem, nieuwe waarden en normen ontwikkeld
4. Ontstaat een echte organisatie met formeel vastgestelde doelstellingen en structuren
5. Conflicten tussen oprichters en nieuwe aanhangers, meest kritische fase omdat interne conflicten ertoe leiden dat de organisatie uiteenvalt in tegengestelde bewegingen
6. Groot deel van de leden van de samenleving staat nu achter het gedachtegoed van de beweging. Er ontstaan officiële instellingen