Een verzamelbegrip voor verschillende klinische syndromen, gekenmerkt door stoornissen in cognitieve functies
Dementie
Verworven achteruitgang van de cognitieve functies
De cognitieve stoornissen zijn voldoende ernstig, zodat ze interfereren met het dagelijks functioneren
Criteria voor dementie
Achteruitgang in cognitieve functies ten opzichte van het oorspronkelijk niveau van functioneren
De cognitieve stoornissen interfereren met het dagelijks functioneren
De problemen zijn niet verklaarbaar vanuit een delier of een psychiatrische aandoening
Er zijn ten minste twee van volgende problemen aanwezig: stoornissen in het opnemen en reproduceren van nieuwe informatie, stoornis in logisch redeneren, handelen in complexe taken, oordeelsvermogen, stoornis van de visueel-spatiële functies, stoornis in de taal, verandering van gedrag, persoonlijkheid
Belangrijke cognitieve functies
Geheugen
Taal
Praxis
Gnosis
Concentratie/aandacht
Probleemoplossend vermogen
Onderliggende aandoeningen van dementie
Ziekte van Alzheimer
Vasculaire dementie
Lewy body dementie
Frontotemporale dementie
Normale druk hydrocefalie
Parkinson-dementie
Ziekte van Creutzfeldt - Jakob
Elke 4 seconden krijgt iemand in de wereld dementie
Prevalentie van dementie per leeftijd
65-jarigen: 5-10%
>90-jarigen: 40%
Tussen 60 en 85 jaar: per 5 jaar leeftijdstoename verdubbeling van het aantal mensen met dementie
Meest voorkomende vorm van dementie: ziekte van Alzheimer (70%)
Klinisch onderzoek, en gericht neurologisch onderzoek (inclusief cognitieve screening)
Neuropsychologisch onderzoek
Beeldvorming van de hersenen
Bloedonderzoek
Electro-encefalogram(EEG)
Lumbale punctie (bepaling biomerkers in cerebrospinaal vocht)
Ziekte van Alzheimer
Insidieus begin
Initiële en meest uitgesproken symptomen: stoornissen in het episodische geheugen en/of een gestoord leervermogen, taalstoornissen, visuospatiële stoornissen, executieve stoornissen
Definitie: klinische en neuropathologische entiteit, gekenmerkt door motorische symptomen (bradykinesie, rigiditeit, tremor) en niet-motorische symptomen, meestal asymmetrisch begin en levodopa-responsief, aantasting van de dopaminerge nigrostriatale baan
Parkinson is de tweede meest voorkomende neurodegeneratieve hersenziekte
Epidemiologie Parkinson
Leeftijdspecifieke toename van prevalentie: 1-2% bij personen > 65 jaar, 3-4% bij personen > 85 jaar
Gemiddelde aanvangsleeftijd: 50 - 60 jaar
Vroege aanvangsleeftijd (< 40jaar) bij 5-10% van PD patiënten
Man/vrouw ratio: 1.5
Neuropathologie van Parkinson
Depigmentatie van substantia nigra en locus coeruleus
Neuronaal verlies, vnl. substantia nigra pars compacta
Lewy bodies in overlevende neuronen, immunoreactief voor α-synucleïne
Neuropathologische entiteit
Gekenmerkt wordt door motorische symptomen
Motorische symptomen
Bradykinesie
Rigiditeit
Tremor
Ziekte van Parkinson
Meestal asymmetrisch begin en levodopa-responsief
Geen aanwijzingen voor een andere verklaring van parkinsonisme
Aantasting van de dopaminerge nigrostriatale baan
Epidemiologie
Tweede meest voorkomende neurodegeneratieve hersenziekte
Leeftijdspecifieke toename van prevalentie
Gemiddelde aanvangsleeftijd: 50 – 60 jaar
Vroege aanvangsleeftijd (< 40jaar) bij 5-10% van PD patiënten
Man/vrouw ratio: 1.5
Neuropathologie van PD
Depigmentatie van substantia nigra en locus coeruleus
Neuronaal verlies, vnl. substantia nigra pars compacta
Lewy bodies in overlevende neuronen, immunoreactief voor α-synucleïne
Basale ganglia: motorische loop
1. Direct: striatum à GPi à thalamus à cortex
2. Indirect: striatum à GPe à STN à GPi à thalamus à cortex
Klinische verschijnselen van ziekte van Parkinson
Rusttremor
Bradykinesie
Rigiditeit
Posturale stoornissen
Gang- & stoornissen
Dystonie
Spraak
Slikfunctie
Anamnese
Bevingen
Knopjes vastmaken, tandpoetsen, scheren
Onhandigheid
Aankleden, wassen
Micrografie
Hypomimie (maskergelaat)
Verminderd oogknipperen
Verminderd armzwaaien (armswing)
Moeilijk omdraaien in bed
Niet-motorische symptomen bij PD
Autonome stoornissen
Slaap- en waakstoornissen
Neuropsychiatrische stoornissen
Cognitieve stoornissen
Sensorische stoornissen
Diagnose
Klinische diagnose, anamnese en klinisch onderzoek
Relevante differentiaal diagnose
Technische onderzoeken: MRI, DAT-scan
Klinische opvolging + evaluatie respons op dopaminerge therapie