biologie: hormonaal stelsel

Cards (32)

  • Van prikkel tot reactie
    1. Prikkel
    2. Receptor
    3. Conductor
    4. Effector
    5. Reactie
    6. Signalen
  • Adrenaline
    Hormoon dat door de bijnier aan het bloed wordt afgegeven, zorgt voor snellere hartslag en ademhaling waardoor de spieren krachtiger kunnen werken
  • Hormonen
    • Signaalstoffen die informatie doorgeven in ons lichaam (conductoren)
    • Kunnen stimulerende of remmende invloed hebben
    • Worden aangemaakt in endocrien klierweefsel
    • Worden getransporteerd via het bloed naar andere organen
    • Aanwezigheid in bloed is tijdelijk, worden afgebroken in nieren en lever
  • Celmembraanreceptoren
    Eén soort hormoon past hierin, na binding wordt de doelwitcel beïnvloed en volgt er een reactie in de cel
  • Zenuwstelsel
    Signaal is elektrisch (impuls) en chemisch (neurotransmissie), signaal is heel snel, effect is korte duur, eindbestemming is cellen in contact met het neuron
  • Hormonaal stelsel
    Signaal is chemisch (hormonen), signaal is trager, effect is langere duur, eindbestemming is cellen die gevoelig zijn voor het hormoon
  • Schildklierstimulerend hormoon, geproduceerd door de hypofyse, stimuleert alleen de schildklier en geen andere organen omdat het bloed het hormoon alleen naar de schildklier vervoert en alleen de schildkliercellen de juiste membraanreceptoren hebben
  • Bloedvaten bij de mens
    • Schildklierslagader
    • Schildklierader
    • Aorta
    • Hypofyseslagader
    • Hypofyseader
  • Schildklierhormoon thyroxine kan voorkomen in alle bloedvaten
  • Hypofyse
    Belangrijke centrale hormoonklier die verschillende hormonen produceert die andere klieren aanzetten om andere hormonen te produceren
  • Hormonen geproduceerd door de hypofyse
    • Groeihormoon
    • Prolactine
    • TSH (thyroxinestimulerend hormoon)
    • BSH (bijnierstimulerend hormoon)
    • FSH (follikelstimulerend hormoon)
    • LH (lutheïniserend hormoon)
    • Oxytocine
  • Groeihormoon
    Stimuleert groei van spieren en beenderen
  • Prolactine
    Bevordert de ontwikkeling van melkklierweefsel en stimuleert de melkproductie na de bevalling
  • TSH (thyroxinestimulerend hormoon)

    Stimuleert de schildklier tot productie van thyroxine, dat groei en ontwikkeling van hersenen, hersenwerking, lengtegroei en stofwisseling bevordert
  • BSH (bijnierstimulerend hormoon)

    Stimuleert de bijnier tot productie van adrenaline en cortisol, die een verhoogde bloedsuikerspiegel, snellere hartslag en ademhaling, en verhoogde bloedtoevoer naar hart, spieren en hersenen veroorzaken
  • FSH (follikelstimulerend hormoon)

    Stimuleert bij vrouwen de follikelgroei en productie van oestrogeen in de eierstokken, en bij mannen de vorming van zaadcellen in de teelballen
  • LH (lutheïniserend hormoon)

    Stimuleert bij vrouwen de eisprong en bevordert de secretie van oestrogeen en progesteron in de eierstokken, en bij mannen de secretie van testosteron in de teelballen
  • Oestrogeen
    Stimuleert de ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtsorganen en secundaire geslachtskenmerken, en bevordert de aangroei van baarmoederslijmvlies
  • Progesteron
    Bereidt het baarmoederslijmvlies voor op eventuele innesteling van het embryo en helpt de zwangerschap onderhouden
  • Testosteron
    Stimuleert de ontwikkeling van de mannelijke geslachtsorganen en secundaire geslachtskenmerken, en bevordert de aanmaak van zaadcellen
  • Oxytocine
    Veroorzaakt samentrekking van de baarmoeder tijdens weeën en samentrekking van spieren rond melkklieren waardoor melk naar de tepel wordt geperst
  • Te weinig thyroxine (schildklier) kan ook dwerggroei veroorzaken
  • Testosteron en oestrogeen stimuleren de secretie van groeihormoon, wat de groeispurt tijdens de puberteit verklaart
  • Hormooninjecties ter behandeling van onvruchtbaarheid worden toegediend in de eierstok
  • Thymus
    Produceert thymosine, dat de ontwikkeling van witte bloedcellen in thymus en beenmerg activeert
  • Epifyse
    Produceert melatonine, dat ons dag- en nachtritme regelt
  • Homeostase
    Proces dat het inwendig milieu in evenwicht houdt, waarbij hormonen een belangrijke rol spelen
  • Alvleesklier (pancreas)
    Eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon, die de bloedsuikerspiegel in evenwicht houden
  • Insuline
    Stimuleert lichaamscellen tot opname van glucose uit het bloed, en lever- en spiercellen tot omzetting van glucose in glycogeen
  • Glucagon
    Stimuleert lever- en spiercellen tot omzetting van glycogeen in glucose om af te geven aan het bloed
  • Doel is bloedsuikerspiegel in evenwicht houden, die schommelt maar binnen grenswaarden blijft (70-120 mg/dl)
  • Antwoorden op vraag 11
    • A
    • B
    • D
    • C
    • E
    • F
    • H
    • G