Freud paste de betekenis van het onbewuste aan naar: het onbewuste vanuit de verdringing. We worden allemaal getekend door onaanvaardbare verlangens (driftimpulsen): we zijn een conflictueus wezen
Dit leidde tot Freud zijn eerste grote werk dat over 'de droom' ging. Freud zegt dat de droom een subjectieve waarheid heeft en iets zegt over jouw leven, over jouw individuele impulsen, die worden vervormd weergegeven in een droom
Freud vermoedt dat als een psychische behandeling lichamelijke klachten doet opklaren, de oorzaak eveneens psychisch is. Op basis van deze aanname start hij zijn praattherapie in de vorm van vrije associatie
Anna O. = Een jonge vrouw die niet kon drinken. Door praattherapie komt Freud er achter dat Anna een verdrongen trauma heeft: ze zag ooit een hond uit een glas water drinken, van waaruit ze een onbewust walging ontwikkelen
Bewust (10%) - Onbewust (90%) - Onderbewuste (alle gevoelens, motieven, neigingen en vroegere ervaringen die niet direct tot het bewustzijn doordringen)
Bevat onze driften, enerzijds is er een seksuele energiebron (eros) en anderzijds een destructieve energiebron (thanatos), lustprincipe (onmiddellijke behoeftebevrediging)
Pavlov toonde aan dat er een verband geleerd kan worden tussen twee oorspronkelijk neutrale prikkels, waardoor er een betekenis, verwachting en emotie geleerd wordt
1. Verschillende keren wordt de toon simultaan aangeboden met het voedsel (dus twee ongeconditioneerde stimuli) en leiden ze tot de ongeconditioneerde reactie
2. Na een aantal aanbiedingen wordt het voedsel niet meer aangeboden, maar volgt wel het speekselen, doordat de toon nu de geconditioneerde stimulus geworden is en het speekselen de geconditioneerde reactie
Naast het leren van een betekenisvol verband, neemt de klassieke conditionering ook aan dat variaties in reactietijden op interne, mentale veranderingen wijzen