nw transportstelsel

Cards (59)

  • Bloed
    Transportstelsel of circulatiestelsel met als doel: nuttige bestanddelen in het bloed naar alle cellen brengen; afvalstoffen naar de excretie-organen brengen
  • Bloedfuncties (4)

    • Transportfunctie: O2 en voedingsstoffen naar de cellen, CO2 en afvalstoffen naar longen, lever of nieren, Hormonen naar de doelwitcellen, Afweer tegen ziekteverwekkers, Bloedstolling, Homeostase
  • Soorten bloedcellen
    • Rode bloedcellen of erytrocyten
    • Witte bloedcellen of leukocyten
    • Bloedplaatjes of trombocyten
  • Stolling van het bloed
    Kettingreactie zodra contact met O2, Laatste stap: fibrinogeen -> fibrine -> trombine
  • Hematocrietwaarde
    Procent van het bloed ingenomen door rode bloedlichaampjes, Hoge waarde = meer ATP-productie, beter uithoudingsvermogen, maar verhoogd risico op trombose en embolie
  • Bloedvaten
    • Slagaders of arteriën
    • Haarvaten of capillairen
    • Aders of venen
  • Slagaders
    • Zuurstofrijk bloed transporteren van het hart naar de organen, Uitzondering: longslagader transporteert zuurstofarm maar CO2-rijk bloed naar de longen
  • Haarvaten
    • Uitwisseling van stoffen t.h.v. de organen, O2 en voedingsstoffen afgeven, CO2 en afvalstoffen opnemen, Uitzondering: t.h.v. longen wordt O2 opgenomen en CO2 afgegeven
  • Aders
    • Zuurstofarm bloed transporteren vanuit de organen naar het hart, Uitzondering: longaders transporteren zuurstofrijk van de longen naar het hart
  • Hart
    Spier die bloed in de slagaders pompt, Twee types cellen nodig: Cellen van het geleidingsweefsel (elektrische prikkel opwekken) en Spiercellen (samentrekking)
  • Hartcyclus
    Fase 1: diastole (400 ms), Fase 2: boezemsystole (100 ms), Fase 3: kamersystole (300 ms)
  • Prikkelgeleidingssysteem
    • Hart = autonoom orgaan, onder invloed van het CVC in het verlengde merg
  • Electrocardiogram
    Registreren van elektrische activiteit van het hart, Registreren van ladingsverschillen a.g.v. veranderende ionenconcentraties
  • Hartminuutvolume
    Hartdebiet = hoeveelheid bloed per minuut, Afhankelijk van hartritme en slagvolume
  • Cardiovasculair systeem tijdens inspanningen
    Bloedverdeling: Meer dan 80% spieren en minder dan 20% organen, Groter maximaal hartvolume, Trager hartritme in rust
  • Arteriële druk
    Druk op de wand van de grote slagaders, Gevolg van pompwerking van het hart, Hoge druk in haarvaten, Lage druk in aders
  • Bloeddrukwaarden
    Bovendruk = systolische druk (max. bij samentrekken kamers), Onderdruk = diastolische druk (min. tijdens ontspanningsfase), Ideale waarde = 120/80 mmHg, Hypertensie = vanaf 140/90 mmHg, Hypotensie = 90/60 mmHg of lager
  • Lymfestelsel: Functie is afvoeren van overtollig weefselv
  • Inhoud
    • Arteriële en veneuze druk
    • Bloeddrukwaarden
    • Bloeddrukmeting
    • Aanpassingen van de bloedruk bij inspanning
  • Arteriële druk
    Druk op de wand van de grote slagaders, gevolg van pompwerking van het hart
  • Veneuze druk
    Druk op de wand van de aders, erg lage druk
  • Afhankelijk van
    • Slagvolume
    • Hartritme
    • Elasticiteit slagaders
  • Bloeddruk
    Uitgedrukt in mmHg
  • Bovendruk
    Systolische druk, maximale druk bij samentrekken kamers
  • Onderdruk
    Diastolische druk, minimale druk tijdens ontspanningsfase
  • Ideale waarde
    120/80 mmHg
  • Hypertensie
    Hoge bloeddruk, vanaf 140/90 mmHg
  • Hypotensie
    Lage bloeddruk, 90/60 mmHg of lager
  • Bloeddrukmeting
    • Analoog
    • Digitaal
  • Lymfestelsel
    Afvoeren van overtollig weefselvocht en afvalstoffen, verwijderen van ziekteverwekkers en afvalstoffen
  • Lymfevatenstelsel
    Open stelsel met afvoerende functie
  • Lymfecapillairen
    Microscopisch kleine vaatjes, openingen tussen cellen van weefsels, monden uit in lymfevaten
  • Lymfevaten
    Grotere vaten, kleppen aanwezig om terugstroom te verhinderen, monden uit in lymfestam en borstbuis
  • Lymfestam en borstbuis
    Borstbuis = grootste buis, verzamelt lymfe van onderste lichaamshelft, linkerarm en linkerhelft van het hoofd. Lymfestam = kleinere buis, verzamelt lymfe van rest van het lichaam. Beide buizen brengen lymfe naar het bloed.
  • Lymfeorganen
    • Lymfeknopen
    • Milt
    • Zwezerik = thymus
    • Beenmerg
    • Amandelen
  • Lymfeknopen
    Verdikkingen, organen met holtes waarin witte bloedcellen zitten
  • Milt
    Witte pulp = rijk aan lymfocyten, rode pulp = rijk aan bloedvaten
  • Zwezerik = thymus
    Bevat thymocyten
  • Lymfeorganen
    • Bevatten witte bloedcellen
  • Vorming en functie van weefselvocht
    Water + opgeloste stoffen naar de intercellulaire ruimte, uitwisseling van nuttige stoffen en afvalstoffen t.h.v. weefsels, rode bloedcellen + eiwitten blijven achter