Chap 1 functie

Cards (130)

  • wim.vandenende@kuleuven.be Laboratorium voor Moleculaire Plantenbiologie
  • INLEIDING IN DE FUNCTIE OF WERKING VAN PLANTEN (80* versus 120* BOUW)
  • Onderwerpen
    • TRANSPORTFYSIOLOGIE (24 M)
    • METABOLISME (FOTOSYNTHESE) (29/31 M)
    • INLEIDING ONTWIKKELINGSFYSIOLOGIE (GROEI en DIFFERENTIATIE) (31 M)
    • PLANTENHORMONEN EN GROEISTOFFEN (31 M/ 19 A)
    • DORMANTIE (ABA) EN BLOEI (LICHT) 21A 28A
    • PLANTENBIOTECHNOLOGIE 28 A 6 MEI
  • TT 26 A 8h30; feedback 28 A (1 punt op 20)
  • je moet 50 percent halen op beiden om te slagen!
  • 1. TRANSPORTFYSIOLOGIE EN PRIMAIR METABOLISME
  • Onderwerpen
    • Opname en transport van mineralen
    • Opname en transport van water
    • Fotosynthese (licht, CO2) en transport van fotosynthaat
    • C4 en CAM metabolism (aanpassingen aan het klassieke C3 metabolisme)
    • Minerale voeding en biogeochemische cycli
  • *vrij uitgebreid in cursus, maar relatief minder belangrijk
  • Opname en transport van mineralen

    • Opname uit de bodem door de wortel
    • Cellulaire opnamemechanismen
    • Transport van ionen naar de stengel
  • Actieve opname
    Gebruik van ATP
  • Opname en transport van water
    • Waterpotentiaal
    • Waterpotentiaal van oplossingen
    • Osmotische potentiaal en drukpotentiaal
    • Waterpotentiaal in plantencellen
    • Waterpotentiaal en watertransport doorheen de plant
  • Opname door de wortel (verankering en opname water en mineralen)
  • wortelhaartjeszone: reeds gedifferentieerd xyleem, rizodermis doorlaatbaar (nog geen suberine-afzettingen), groot contactoppervlak!
  • + gevoelige uitbreiding van het contactoppervlak door mycorrhiza
  • transport van water en mineralen doorheen rhizodermis en cortex van de wortel kan door diffusie doorheen de celwanden tussen de cellen = apoplastische weg
  • celwand: geen barrière voor kleine moleculen!
  • diffusie is een spontaan fysisch proces waarbij stoffen bewegen van een plaats van hoge concentratie naar een plaats van lagere concentratie door verlies van vrije energie: G < 0
  • Vrije energie (G)
    Een maat voor de instabiliteit van een systeem, de neiging om te veranderen naar een meer stabiele toestand
  • Diffusie
    Kan je als een chemische reactie beschrijven: G = RT ln(C2/C1)
  • in de schorscilinder (cortex) van de wortel: apoplastisch transport + symplastisch transport (volgens een concentratiegradiënt)
  • in de centrale cilinder van de wortel: verplicht symplastisch transport!
  • Stoffen die door de fosfolipidendubbellaag kunnen permeëren
    • apolaire moleculen zoals O2 , N2 , benzeen
    • kleine niet geladen polaire moleculen zoals water, glycerol, ...
    • grotere niet geladen polaire moleculen zoals glucose*, sucrose*, …
    • Ionen** zoals H+, Na+, K+, Ca2+, HCO3-, Cl-, HPO42-, aminozuren**, ATP, glucose 6 fosfaat…
  • *deze suikers kunnen wel in plantencellen binnen met behulp van importers (zie verder)
  • **sommigen kunnen binnen in plantencellen met behulp van importers (zie verder)
  • Passieve opname

    Diffusie en gefaciliteerde/versnelde diffusie
  • Gefaciliteerde of versnelde diffusie
    Nog steeds spontaan, met betrokkenheid van membraanproteïnen
  • Kanaalproteïnen
    Faciliteren diffusie
  • Transporters/carriers
    Faciliteren diffusie, met conformatieverandering
  • Actieve opname: tegen concentratiegradiënt in, G > 0, gekoppeld aan energieleverende proces zodat G < 0
  • met behulp van H+-ATPase (protonpomp) met gebruik van ATP
  • verschillend van dierlijke cellen: Na+/K+ pompen
  • Mechanismen voor opname van kationen, anionen en neutrale moleculen
    • KATIONEN (bijvoorbeeld K+)
    • ANIONEN (A-, vb. NO3-, Cl-)
    • NEUTRALE moleculen (N, bv. suikers)
  • Opname van kationen (K+)
    Spontane opname volgens electrische gradiënt (kanaal), energie geleverd door membraanpotentiaal
  • Een plantencel met een membraanpotentiaal van 100 mV kan K+ accumuleren tot 52 x de concentratie buiten de cel (in de apoplast)
  • H+-ATPase protonenpomp houdt het electrisch potentiaalverschil in stand
  • Opname van anionen (A-) of neutrale moleculen (N)

    Symport met een proton volgens de electrochemische potentiaal (symporters)
  • Transport van ionen naar de stengel: met waterstroom in xyleem
  • Mogelijke concentraties van K+ in bodem en wortelcompartimenten
    • K+ in de bodemoplossing = 2 mM
    • K+ in cortex apoplast = 1 mM
    • K+ in cortex symplast = 50 mM
    • K+ in symplast van pericykelcel = 36 mM
    • K+ in apoplast van de centrale cilinder = 5 mM
  • Caspari-bandjes sluiten de apoplast af
  • Diffusie langs concentratiegradiënt in bodem en apoplast