BB HC10 Overgevoeligheidsreacties

• Overgevoeligheid

  De immuunrespons is doorgeslagen door lichaamsvreemde stoffen die we eigenlijk onschuldig zouden moeten vinden

  
• Overgevoeligheid


  • Weefselschade door overmatige reactiviteit bij herhaald contact met antigeen
  • Immuunrespons moet eerst geprimed worden, daarna gaan de geheugencellen pas iets doen

  
• Auto-immuunziekten

  Kunnen we indelen op overgevoeligheidstpyen 2-4

  
• Hoe het allergeen binnenkomt

  Je kunt de klinische verschijnselen daaraan relateren

  
• Er zijn <1% van de honden hebben een voedselallergie
• IgG- en cel-gemedieerde overgevoeligheidsreacties


  Zijn langzamer, maar net als type 1 na sensitisatie
• Typen overgevoeligheid

  • Type 1: allergie, anafylaxie
  • Type 2: cytotoxisch of activerend
  • Type 3: immuuncomplex
  • Type 4: vertraagd type overgevoeligheid

  
• Type 1 overgevoeligheid

  IgE-gemedieerd. IgE kan antigenen binden als ze op een mestcel zitten. Er worden dan crosslinks gevormd tussen de antigenen en de mestcellen gaan granula uitscheiden. In de granula zitten prostaglandinen, histaminen, leukotriënen.

  
• Mestcellen


  • Zitten overal waar ze in contact staan met de wereld
  • Waarom zou je dit soort reacties willen hebben? Bij allergische reacties ongewenst, maar bij bv. worminfecties is het gunstig voor de darmperistaltiek
  • Een geactiveerde mestcel ziet er een beetje zielig uit, vaak leggen ze ook het loodje na activatie

  
• Type 1 overgevoeligheid


  • Huisstofmijt met Der p 1 antigeen

  
• Veel allergenen hebben enzymatische activiteit
• Anti-allergische (hypoallergeen) voeding


  De eiwitstructuren worden heel klein gemaakt (gehydrolyseerd) waardoor geen/minder crosslinking plaatsvindt. Of zelfs zo klein dat ze niet eens meer T-cellen kunnen binden.

  
• Je hebt rasspecifieke allergieën. Bv. atopische dermatitis

  
• Gevoeligheid voor allergie

  Wordt bepaald door een combinatie van factoren
• Type 2 overgevoeligheid

  Cytotoxisch of activerend, IgG-gemedieerd, Cel-gebonden AL

  
• Type 2 auto-immuunziekten

  • Voorbeeld: antistoffen tegen TSH receptor waardoor schildkliercellen worden geactiveerd--> overmatige hormoonproductie

  
• Type 3 overgevoeligheid

  Immuuncomplex, IgG-gemedieerd. Meest bekend: Serumziekte of Arthus reactie. Er circuleren stoffen in het bloed die worden gebonden door AL

  
• Serumziekte

  1. Je krijgt grote eiwitproppen--> vastlopen van vaten (vaak in oorpunten, nieren)

  2. Verloop van AL vorming tegen toegediend serum en de vorming van de complexen

  
• Gradaties bij serumziekte

  Afhankelijk van verhouding AL:AG. Geen grote complexen bij veel AL en weinig AG. Bij veel AG en weinig AL ook geen grote complexen, wel veel kleine, kunnen ook voor problemen zorgen. Het optimum ligt in het midden.

  
• Arthus reactie

  Complexvorming activeert complement. C5a bindt en sensibiliseert mestcel. Dit is dus IgG-gemedieerde mestceldegranulatie.

  
• Type 4 overgevoeligheid

  Cel-gemedieerd. Vaak in combinatie met andere reacties. De T-helpercellen zorgen voor overmatige productie van macrofagen of granulocyten. Reactie kan wat langer duren: 24-72 uur.

  
• Type 4 overgevoeligheidsreactie van het type Th2


  Zien we vaak in combinatie met type 1 overgevoeligheidreactie

  
• Tegenwoordig indeling op basis van AL-gemedieerde en cel-gemedieerde overgevoeligheid. Wij vinden echter type 1-type 4 handiger.