Aardrijkskunde 4.1

Subdecks (3)

Cards (32)

  • Japan is een welvarend land in Oost-Azie. Het is eilandenrijk met 4 grote en 40.000 kleinere eilanden. De bergen zijn niet zo hoog, maar de hellingen zijn wel steil. Een kwart van Japan is goed bewoonbaar.
  • Rond de 1000 per jaar worden er kleine aardschokken gevoeld. En om de zoveel tijd vindt er een zware aardbeving plaats.
  • Japan heeft meer dan 250 vulkanen, waarvan er 50 nog in werking zijn. Er is dus altijd gevaar voor veel slachtoffers en schade. Een ramp die wordt veroorzaakt door de natuur heet een natuurramp.
  • Japan ligt op de ring van vuur. Dat is een gebied rond de Grote Oceaan, waar veel vulkanen liggen en meer aardbevingen voorkomen.
  • De aardplaten(of schollen)liggen als puzzelstukjes aan elkaar. Maar ze liggen niet stil, ze bewegen een paar cm per jaar. Dat kan 3 kanten op.
    1. naar elkaar toe (convergent) Dit is Japan.
    2. van elkaar af (divergent)
    3. langs elkaar (transform)
  • In de ring van vuur zijn de platen convergent. De plaat waar de Grote oceaan op ligt, botst tegen tegen andere platen, zoals de Euraziatische plaat en de Filipijnse plaat. Bij die botsing duikt de plaat van de Grote oceaan onder de platen van de continenten. Dit komt omdat een oceanische plaat zwaarder is dan een continentele plaat.
  • De oceaan kan 600 tot 700 km diep naar beneden duiken. Op een paar honderd km diep begint de oceanische korst te smelten, Gesmolten gesteente is magma. Het magma stijgt en breekt door het aardoppervlak, Magma dat boven de aardkorst stroomt is lava. Zo ontstaan vulkanen!
  • Convectiestromen= Door de hitte in de binnenkant van de aarde stijgt magma op. Dit botst tegen de onderkant van de platen en stroomt door. Door de stijging koelt het omhoog gekomen magma af en wordt het zwaarder. Dan zakt het op een andere plek naar beneden.
  • Japan ligt op het gebied van 3 platen: de Euraziatische, de Filipijnse en de Pacifische plaat. De laatste 2 zijn oceanische platen. Ze schuiven onder de (continentele) Euaraziatische plaat. Bij het wegduiken, ook wel subductie genoemd, ontstaan diepe troggen
  • De beweging van de platen gaat niet vloeiend maar schoksgewijs. Langzaam wordt de spanning in de aardkorst opgebouwd. Uiteindelijk ontlaad de spanning en komt er veel energie vrij, daardoor onstaat een aardbeving!