3. Livius' Opvattingen als historicus

Cards (5)

  • Livius' doel voor het schrijven van AUC was om de prestaties van het Romeinse volk (dat hij als belangrijkste volk ter wereld beschouwde) bekend te laten blijven. Ook had hij een morele bedoeling. Hij wilde met goede, inspirerende maar ook met waarschuwende voorbeelden uit de geschiedenis (exempla) zijn lezers ertoe brengen het deugdzame gedrag en de moraal van de voorouders tot voorbeeld te nemen, zowel op individueel als op nationaal niveau. Met deze deugden en kwaliteiten immers had Rome de wereld veroverd.
  • Op welke morele waarden/dingen legde Livius nadruk (uit voorbeelden van voorouders)?
    Moed (fortitudo), wijsheid (sapientia), rechtvaardigheid (iustitia) en mildheid (clementia). Ook heldendaden uit de Romeinse geschiedenis.
  • Livius was een vaderlandslievend auteur met een sterke neiging tot het idealiseren van het grote Romeinse verleden en de oude Romeinse moraal. Toch vond hij het Romeinse rijk van zijn tijd verdorven en dat het schrijven over vroege Rome hem afleidde van de ellende van zijn eigen tijd.
  • Volgens Cicero (106-43 v. Chr.) moest de geschiedschrijving echter niet alleen de feiten vertellen, maar ook zorgen voor een fraaie weergave van de gebeurtenissen. Dat de Romeinse geschiedschrijving aanvankelijk geen verfijning op het gebied van taal en stijl kent, komt omdat degenen die hun taal wel verfraaiden zich alleen richtten op het spreken in processen en politieke debatten, maar niet in het schrijven van geschiedenis.
  • Cicero vond ook dat geschiedschrijvers aan twee eisen moesten voldoen: de moed hebben geen onwaarheid te spreken en de waarheid die ongemakkelijk is niet te verzwijgen, dat wil zeggen: het nastreven van objectiviteit. Livius kende Cicero's werk en voldeed aan deze eisen.