Hoofdstuk 5

Cards (73)

  • Fysiotherapie
    Gespecialiseerd in het bewegend functioneren
  • Fysiotherapie
    • Geneeskunde
    • Preventieve gezondheidszorg
  • Behandelplan fysiotherapie
    1. Planmatig
    2. Doelgericht
    3. Procesmatig
  • Fysiotherapie in orthopedie
    • Conservative behandeling
    • Post-operative behandeling
    • Revalidatie
  • Het belang van psychisch welzijn; een goed moreel is cruciaal
  • Soorten fysiotherapie behandelingen
    • Oefen-/bewegingstherapie
    • Massage en fysische therapie
  • Oefen-/bewegingstherapie
    • Belangrijkste onderdeel
    • Focus: beweging en oefeningenvooruitgang in de gezondheid en het functioneren van de patiënt
  • Soorten behandelingen oefen-/bewegingstherapie
    • Orthopedische letsels
    • Neurologische aandoeningen
    • Luchtweg aandoeningen
    • Bekkenbodem aandoeningen (incontinentie)
  • Bewegingstherapie
    1. Oefenen staat centraal
    2. Na operatie: Veilig uit bed, Mobilisatie
    3. Niet/ gedeeltelijk belasten: Driepuntsgang, Vierpuntsgang, Doorzwaaigang
  • Soorten oefeningen
    • Passief
    • Geleid actief
    • Actief
  • Mobiliserende oefeningen
    • Doel: optimaliseren van gewrichtsfunctie door vergroting gewrichts uitslag
    • Spieren fysiologische functie behouden
    • Voorkomen myogene contracturen
  • CPM (continous passive movement)

    Verbeteren van spierfunctie
  • Soorten spiertraining
    • Isometrisch
    • Concentrisch
    • Excentrisch
  • Ontspanningsoefeningen
    Verminderen overmatige spierspanning
  • Functioneel bewegen
    • Afhankelijk van: mobiliteit, spierkracht, juiste afstemming spiertonus
    • Focus: optimale bewegingsafstemming voor dagelijkse vaardigheden
  • Verbeteren vitale functies
    Verbetering conditie
  • Soorten massage therapie
    • Kneden
    • Strijken
    • Frictioneren
    • Vibreren
    • Tapotage
  • Effecten massage therapie
    Ontspanning, pijndemping, circulatieverbetering, tonusregulatie
  • Indicaties massage therapie
    Spier hypertonie, pijn, circulatiestoornissen, lokale vermoeidheid
  • Soorten fysische therapie
    • Elektrische prikkels
    • Elektromagnetische prikkels
    • Mechanische prikkels
    • Thermische prikkels
  • Doel fysische therapie
    Geneeskundig doel
  • Hulpmiddelen
    • Prothesen
    • Orthesen
    • Loop/verplaatsingshulpmiddelen
  • Revalidatie
    Alle diagnostiek en behandelingen met als doel de patiënten te helpen om hun functionele capaciteit te verbeteren
  • Diagnosegroepen revalidatiegeneeskunde
    • Cerebrovascular accident (CVA)
    • Postpoliosyndroom
    • Amputatie/congenitaal defect van extremiteiten
    • Dwarslaesie
  • Dwarslaesie
    Ernstig letsel aan het ruggenmerg dat kan leiden tot verlies van motorische, sensorische en autonome functies onder het niveau van de laesie
  • Behandeling van wervelkolomletsel bij een traumatische dwarslaesie

    1. Stabilisatie van de wervelkolom (conservatief als operatief)
    2. Behandeling van het ruggenmergletsel
    3. Revalidatie
  • Acute fase dwarslaesie
    Verminderen van verdere schade en het minimaliseren van ontsteking en zwelling
  • Subacute en chronische fase dwarslaesie
    Revalidatie en het maximaliseren van de functionele capaciteiten van de patiënt
  • Neurogene heterotope ossificatie (NHO)
    Complicatie die optreedt bij patiënten met een dwarslaesie, een aandoening waarbij botweefsel abnormaal wordt gevormd in weefsel waar normaal gesproken geen bot aanwezig is
  • Behandeling NHO
    • Chirurgisch (gevolgd door NSAID, om recidief van de ossificatie te voorkomen)
    • Radiotherapie
    • Bewegingstherapie (belangrijk in de acute fase en na een operatie)
  • Decubitus
    Veelvoorkomende complicatie bij dwarslaesie patiënten
  • Preventie decubitus
    • Regelmatig veranderen van houding
    • Gebruik van speciaal schuimrubber-, lucht- of geleikussen
    • Rolstoel moet juiste maten en afstelling hebben
  • Behandeling decubitus
    • Verwijderen van de oorzaak van de druk
    • Schoonhouden van de wond
    • Soms chirurgisch ingrijpen (bij niet genezen door conservatieve behandeling)
  • Spinale Schockfase
    • Duur: 1 dag tot 3 maanden na het ruggenmergletsel
    • De blaas is slap verlamd tijdens deze fase
  • Blaasstoornissen na Spinale Schockfase
    • Reflexblaas
    • Intermitterende katheterisatie
  • Mogelijke complicaties blaasstoornissen
    • Reflexincontinentie
    • Stressincontinentie
    • Residuvorming
    • Verhoogde blaasdruk
  • Darmstoornissen bij dwarslaesie
    • Vullingsgevoel van de darm afwezig
    • Obstipatie en Paradoxe Diarree
    • Kunstmatig opwekken van Defecatiereflex
    • Ondersteuning met Laxantia
    • Overgang naar Microlax®-microklysma's
  • Seksuele stoornissen bij mannen met dwarslaesie
    • Erectiestoornissen
    • Ejaculatiestoornissen
  • Behandeling erectiestoornissen
    Medicatie, Injecties, Vacuümpompsysteem
  • Seksuele stoornissen bij vrouwen met dwarslaesie
    • Orgasmestoornissen
    • Problemen tijdens coitus