Primaire tumoren die ontstaan in nauwe relatie tot het skelet
Botsarcoom
Kwaadaardige primaire bottumoren
Er worden 168 verschillende vormen van bot- en wekedelentumoren onderscheiden
Kanker is de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland, met meer dan 100.000 nieuwe gevallen per jaar, waarvan ongeveer 1000 tumoren van het bewegingsapparaat zijn
Jaarlijks wordt bij ongeveer 180 adolescenten botsarcoom vastgesteld en bij meer dan 800 patiënten wekedelensarcoom
Bij oudere patiënten is de kans op een bot- of wekedelensarcoom als metastase groot
Anamnese
Symptomen van bot- en wekedelentumoren zijn vaak niet-specifiek
Symptomen van kwaadaardige bottumoren
Chronische, zeurende pijn, vooral 's nachts en/of in rust
Pijn treedt vaak niet op bij belasting van het bot, maar juist 's nachts in rust
Pathologische fractuur
Een 'spontane' fractuur die optreedt na een licht trauma vanwege verzwakt bot door een tumor, vooral de cortex
Lichamelijk onderzoek
Bottumoren voelen vast tot hard aan en kunnen drukpijnlijk zijn, terwijl wekedelentumoren zacht tot vast aanvoelen en zelden drukpijnlijk zijn
Een wekedelentumor met een diameter van meer dan 5 cm en/of die onder de fascie ligt, heeft een hoger risico om maligne te zijn en moet verder worden onderzocht
De relatie van de tumor met de huid of de fascie moet worden nagegaan, omdat een tumor die vastzit aan huid of fascie een grotere kans heeft om maligne te zijn
Radiologische kenmerken van osteosarcoom
Vlekkige osteolyse en gebieden van osteosclerose door tumorbot, samen met plaatselijke cortexdestructie en een lamellair-periostale reactie, grote driehoek van Codman en groei buiten het periost
Voorkeurslocaties van verschillende benigne en maligne bottumoren
Adamantinoom
Osteoïd osteoom
Chondromyxoïd fibroom
Osteosarcoom
Enchondroom, chondrosarcoom
Chondroblastoom
Ewing-sarcoom, lymfoom, myeloom
Fibreuze dysplasie
Fibrosarcoom
Fibreus corticaal defect
Botcyste
Osteochondroom
Aneurysmatische botcyste, reusceltumor
Diagnostiek
Röntgenfoto's zijn cruciaal voor radiologische analyse
MRI met intraveneus contrast is essentieel voor het afbeelden van intra- en extraossale tumoruitbreiding
CT-scans kunnen nuttig zijn bij verdenking op pathologische fracturen of botvervormingen
PET/CT-scans worden gebruikt voor therapieresponsvoorspelling en metastasedetectie bij sarcomen
Tumormateriaal wordt verkregen via open biopsie of naaldbiopsie
Definitieve diagnose vereist klinisch, radiologisch en pathologisch onderzoek
Bij sommige tumoren is behandeling mogelijk zonder biopsie op basis van klinische en radiologische bevindingen
Bot- en wekedelensarcomen moeten altijd worden besproken in een multidisciplinair overleg
Aandachtspunten bij bottumoren
Aanhoudende pijn in rust of 's nachts (bottumor)
Pijnloze lokale zwelling (wekedelentumor)
Pijnlijke scoliose en/of kyfose op kinderjaren stelt de uitsluiting van een tumor als oorzaak uit
De meeste maligne tumoren zaaien uit naar de longen
Therapie benigne bottumoren
1. Vaak geen behandeling, tenzij symptomen of risico op pathologische fractuur
2. Minimaal invasieve behandelingen zoals percutane injectie of radiofrequency ablatie
Therapie agressieve benigne bottumoren
Curettage gevolgd door fenol, cryochirurgie, frezen, botcement
Therapie botsarcomen
Combinatie van chemotherapie en chirurgie, gevolgd door radiotherapie
Chirurgische opties
Amputatie of ledemaatsparende operaties, met verschillende benaderingen zoals curettage, marginale, ruime en radicale resecties
Vóór de introductie van chemotherapie was amputatie standaard voor botsarcomen, met minder dan 25% overleving na 5 jaar
Met gecombineerde chemotherapie is de overleving verbeterd tot 66% na 5 jaar, waardoor ledemaatsparende chirurgie vaker mogelijk is, zelfs bij hooggradig kwaadaardige bottumoren
Chirurgische behandeling
Een goede biopsie is essentieel, omdat een verkeerde biopsie de chirurgische behandeling kan beperken
Bij marginale excisie kan aanvullende behandeling zoals radiotherapie en/of chemotherapie nodig zijn
Curettage laat opzettelijk tumorweefsel achter, maar kan effectief zijn bij benigne afwijkingen, vooral met lokale adjuvante therapie
Cryochirurgie en fenolapplicatie verminderen de kans op recidief
Chirurgie bij skeletmetastasen
Vermindert pijn en biedt stabiliteit
Curettage
Marginale, ruime en radicale resecties, afhankelijk van de tumor
Een goede biopsie blijft essentieel, omdat een verkeerde biopsie de chirurgische behandeling kan beperken
Bij marginale excisie
Kan aanvullende behandeling zoals radiotherapie en/of chemotherapie nodig zijn
Bij marginale excisie
Kan tumorweefsel achterblijven
Curettage laat opzettelijk tumorweefsel achter, maar kan effectief zijn bij benigne afwijkingen, vooral met lokale adjuvante therapie
Cryochirurgie en fenolapplicatie verminderen de kans op recidief
Chirurgie bij skeletmetastasen vermindert pijn en biedt stabiliteit, soms met botcement/osteosynthese of endoprosthesis
Conservatieve behandeling kan nodig zijn bij pijnlijke wervel metastasen
Osteoom
Een uit rijp bot opgebouwde corticalisverdikking die overal in het skelet kan voorkomen
Osteoïd osteoom
Een kleine, nachtpijnlijke laesie, ook wel een 'nidus' genoemd, die ongeveer 10% van alle benigne bottumoren uitmaakt
De grootte van de nidus is gemiddeld 5 mm en mag niet meer dan 1,5 cm zijn
De behandeling omvat chirurgische verwijdering of CT-geleide RFA
Osteoblastoom
Een vaatrijke tumor met voorkeur voor de wervelkolom en onderste extremiteit
Behandeling omvat excisie of curettage, soms met lokale adjuvante therapie om recidief te voorkomen
Preoperatieve embolisatie kan bloedverlies verminderen bij behandeling in de wervelkolom