Tent

Cards (34)

  • Blastula
    Stadium van de ontwikkeling waarin implantatie plaatsvindt
  • Zona pellucida
    Structuur die vroegtijdige implantatie van de vrucht in bijvoorbeeld de eileider voorkomt
  • Secretoire
    Fase van de menstruatiecyclus waarin het endometrium zich bevindt ten tijde van de implantatie
  • Amnionholte
    Holte die wordt aangeprikt bij een vruchtwaterpunctie
  • Leveraanleg
    Structuur die wordt aangeduid met nummer 5 in de schematische weergave van een sagittale doorsnede door een embryo
  • 180
    Aantal graden waarmee de middendarm draait tijdens de darmontwikkeling
  • Musculi intercostales externi
    Borstkasspieren die de expiratiebeweging bij diepe ademhaling (uitademen bij inspanning) ondersteunen
  • 3
    Aantal segmenten in de middenkwab van de rechterlong
  • 10e
    Rib ter hoogte waarvan zich paravertebraal de ondergrens van de pleura parietalis bevindt
  • Plaveiselepitheel
    Type epitheel waarmee de wand van de longblaasjes (alveoli pulmones) is bekleed
  • Truncus coeliacus
    Vat waaruit de arteria splenica ontspringt, die de arteriële bloedvoorziening van de pancreas deels verzorgt
  • Aortaklep open, mitralisklep gesloten
    Situatie die geldt tijdens de ventrikelsystole
  • Tricuspidalisklep
    Klep die als eerste wordt gepasseerd door het bloed dat vanuit het hoofd het hart bereikt
  • Musculeuze arteriën
    Vaten die het meest van belang zijn voor het distribueren van het bloed over de verschillende lichaamsdelen
  • Verhoogd hartritme en verwijding kransslagaders
    Effecten van sympathische activatie op het hart
  • Linker ventrikel
    Hartcontour die door de pijl wordt aangeduid op de X-Thorax (röntgenfoto borst)
  • Vena mesenterica inferior
    Vene waarin de vena rectalis superior draineerd
  • M. obliquus externus abdominis en m. obliquees internus abdominis
    Buikspieren die boven de linea arcuata de voorwand van de rectusschede vormen
  • Colon sigmoideum
    Deel van de dikke darm dat wordt aangeduid door de pijl op de X-BOZ (röntgenfoto buik) met contrast
  • Pancreas
    Orgaan dat direct ventraal van de bursa omentalis ligt
  • Grenzen bursa omentalis: Dorsaal: Rompwand met pancreas, aorta en vena cava inferior; Ventraal: Omentum minus, maag; Caudaal: Colon transversum, eerste deel van duodenum; Craniaal: Diafragma, lever; Links: Ophanging van de milt; Rechts: Lever
  • Curvatura minor
    Locatie waar zich de canalis gastricus in de maag bevindt
  • Arteriële arcaden met lange vasa recta
    Kenmerk dat karakteristiek is voor het ileum
  • Galblaas
    Orgaan dat wordt aangeduid met nummer 3 op de transversale CT-abdomen
  • Secundair retroperitoneaal
    Positie van de milt ten opzichte van het peritoneum bij een volwassene
  • 2
    Nummer waarmee de aorta ascendens is aangeduid op de transversale CT-Thorax met contrast
  • Pelvis renalis
    Structuur die wordt aangeduid door de pijl op de röntgenfoto (retrograad pyelogram) van de nier en urinewegen
  • Dunne geleidingsbuis
    Deel van het nefron dat altijd enkel in het niermerg ligt
  • Plicae semilunares
    Semilunar folds
  • De nefronen zijn de kleinste functionele eenheden in de nier. Ze bestaan uit een nierlichaampje wat ook wel een lichaampje van Malpighi wordt genoemd, hierin zitten de glomeruli (vaatkluwen) en het kapsel van Bowman (epitheel). Vervolgens heb je een gekronkelde buis die in de cortex ligt, meer lineaire buisjes liggen in de medulla. Als eerst heb je de proximale buis die in het gekronkelde stuk de tubulus contortus I heet en in het rechte stuk de tubulus rectus I. Vervolgend heb je een dun stuk buis wat een onderdeel is van de lis van Henle. Hierna heb je de distale tubulus die in het rechte stuk de tubulus rectus II heet en in het kronkelende stuk de tubulus contorrus II. Vervolgens heb je een verzamelbuis die geen onderdeel is van de nefron, deze bestaat uit de ductus colligens en de ductus papillaris die uitmondt op het mergpyramide op de hoogte waar de papil ligt in een nierkuiltje.
  • Hoe dieper het lichaampje van Malphi ligt, hoe langer de dunne buis van de lis van Henle is. De lis van Henle bestaat niet alleen uit een dunne buis, maar ook uit het pyrimidale deel van de tubulus rectus I en II. De TR I en II beginnen altijd op dezelfde hoogte in de nierpyramide. De lis van Henle is meestal juist langer bij de lichaampjes die dicht bij de medula zitten en hij is meestal korter bij de lichaampjes die verder in de schors zitten.
  • Het corticofugale vezel systeem. Dit zijn vezels die komen van alle corticale gebieden naar de lagere gebieden. De meeste gaan naar de pons en daarna naar het cerebellum. Een klein deel gaat naar het ruggenmerg: via de pyramide baan. Het gedeelte van de vezels in het cerebellum zelf, waar ze verzamelen voor ze de basale ganglia ingaan, noemt men de corona radiata. Het capsula interna zijn de corticofugale vezels als ze zijn samen gekomen. Als ze aan de voorkant van het mesencephalon komen, zijn het de pedunculus cerebri. De vezels gaan de pons binnen en daar worden het de fibrae pontis.
  • Alle 3 heten ze het corpus striatum. De basale ganglia bestaan uit de nucleus caudatus (staartkern), het putamen (schil) en de globus pallidus (bleke kern). De nucleus subthalamicus (kern van Luys) en de substantia nigra (zwarte kern) worden vaak tot de basale kernen gerekend[4]. Dit gebruik is echter niet algemeen aanvaard[3][5]. De substantia nigra is in tegenstelling tot andere gebieden van de basale kernen, dieper in de hersenen gelegen in de hersenstam als onderdeel van de pedunculus cerebri (hersensteel). De basale kernen maken juist deel uit van de grote hersenen (telencephalon). In functioneel opzicht rekent men de substantia nigra echter toch tot de basale kernen. Het putamen en de nucleus caudatus worden samen ook wel het neostriatum genoemd, terwijl de term corpus striatum (gestreept lichaam) slaat op de verzameling nucleus caudatus, putamen en globus pallidus. De globus pallidus en het putamen samen noemt men de nucleus lentiformis (lenskern). Ten slotte wordt de nucleus accumbens ook wel tot de basale ganglia gerekend. Dit kerngebied wordt ook wel het striatum ventrale genoemd, in tegenstelling tot het neostriatum. Sommigen menen dat er nog meer structuren, zoals de amygdala, tot de basale kernen behoren. De globus pallidus (bleke kern) wordt verder onderverdeeld in de pars interna (GPi) en de pars externa (GPe). De substantia nigra (zwarte kern) bevat twee kerngroepen: de pars compacta (SNc) en de pars reticulata (SNr). Het onderscheid tussen deze twee kerngroepen is van belang omdat zij in het geheel van banen (=regelkring), met als beginpunt de gebieden van de hersenschors, ieder een andere functie vervullen.
  • Het diencephalon[1] of de tussenhersenen[2][3][4] is het deel van de hersenen, dat zich middenin bevindt. Het ligt precies tussen het telencephalon en het mesencephalon. De thalamus, de hypothalamus, de hypofyse, de pijnappelklier (epifyse) en de derde ventrikel worden tot het diencephalon gerekend.