wetenschappelijke vorming 1

    Cards (17)

    • Basis reproductiegetal = Eén persoon die geinfecteerd is, hoeveel gaat die gemiddeld infecteren (in een verg. populatie)
    • Effectief reproductiegetal = hoeveel mensen gaat een geinfecteerd persoon besmetten, maar dan in een deels resistente populatie
    • Seroprevalentie = Hoeveel procent van mijn bloedstalen vertonen aanwezigheid van IgG antistoffen
    • Randomisatie = Controleren voor onderliggende variabelen
    • Randomised controlled trial (RCT)
      • Randomisatie
      • Vaak (dubbel/triple) blind
    • Aspecten van een steekproef
      • Moét representatief zijn
      • Opmaak van populatie moet zichtbaar zijn in de steekproef
    • Kwantitatief: Absolute waarde, aftelbaar. Bijvoorbeeld: Lengte, gewicht, het meten van deze waarden zijn pseudodiscreet
    • Kwalitatief: Niet-nummerbaar
      nominale gegevens: On-catgeoriseerbaar (bv oogkleur)
      Ordinale gegevens: Met ordening
    • o uitkomst- of responsvariabele: variabele waarop de focus ligt, en wiens variatie en voorkomen we wensen te begrijpen
      o blootstelling- of verklarende variabele: variabelen die het voorkomen of de waarde van de uitkomstvariabele beinvloed
      o Het type uitkomstvariabele is belangrijk op te bepalen wat de meest gepaste statistische methode is
    • Exploratie van Data
      1. Samenvatten en voorstellen van data → EDA (Exploratory Data Analysis)
      2. Eenvoudige tabellen en grafische technieken voor het voorstellen van een verdeling van waarden kunnen worden gebruikt in het geval van 1 variabele: verbanden zoeken
      Exploratie kan worden gebruikt om de associatie tussen waarden van 2 variabelen voor te stellen
    • o een frequentieverdeling wordt vaak gebruikt in het geval van kwantitatieve variabelen met meer dan 20 geobserveerde waarden. of categorische variabelen met te veel categorieën.
      o een frequentietabel toont het aantal observaties
      o indien de frequenties voor elke waarde klein zijn, worden observaties gegroepeerd in specifieke intervallen -> discrete variabelen of continue variabelen
    • absolute frequentie van 14 = 3
      relatieve frequentie van 14 = 0.3
    • Staafdiagram
      • Categorische data
      • Discrete data
      Meestal barplot / pie chart
      In de figuur wordt de absolute frequentie voorgesteld door het maatgetal van de lengte van het lijnstuk
      • Niet geobserveerde waarden kunnen toch het best worden voorgesteld op de X-as
    • Vanuit een histogram wordt het midden van de bovenste zijde van de rechthoeken verbonden door middel van een lijn. De lijn die deze punten verbind noemen we de frequentieveelhoek
    • voorstelling van associatie tussen 2 variabelen kan in verschillende manieren:
      o kruistabel
      • indien beide variabelen categorische
      • conventie -> rijen stellen blootstelling voor en kolommen stellen uitkomtwaarde voor
      o scatterplot
      • wordt gebruikt om de relatie tussen 2 numerieke variabelen te bestuderen
      o boxplot
      • relatie tussen numerieke en categorische variabele bekijken
    • Kerngetallen - Locatie = ookwel centrummaat
      • (Rekenkundig) Gemiddelde
      • Alles optellen van bereik door de hoeveelheid getallen binnen bereik
      • Mediaan
      • van een rij van n numerieke gegevens, andat deze rij als een gerangschikte tabel is herschreven
      • = Het middelste getal, indien n oneven is
      • = het rekenkundig gemiddelde van de middelste 2 getallen, indien n even is
    • Kerngetallen - Spreiding = hoe variabel zijn de waarden van een specifieke meting
      • Variantie en standaardafwijking
      • Bereik
      • Interkwartielafstand (IQR)
    See similar decks