De relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat
Sociale institutie
De relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat
Verhoudingsvraagstuk
Vraagstuk over de manier waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze verschillen
Sociale ongelijkheid
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hoog gewaardeerde zaken, van waardering en behandeling
Drie elementen in concept sociale ongelijkheid
Verschillen tussen mensen kunnen aangeboren en niet-aangeboren zijn
Verschillen hebben consequenties voor iemands maatschappelijke positie
Verschillen leiden tot - Ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken - Ongelijke waardering - Ongelijke behandeling
Intelligentie valt onder aangeboren verschillen
Maatschappelijke positie
Mannen krijgen over het algemeen meer betaald dan vrouwen
Voor ouderen is het vaak moeilijker om een baan te vinden dan voor jongeren
Allochtonen lopen meer kans om zonder diploma de school te verlaten dan autochtonen
4 soorten sociale ongelijkheid door hulpbronnen
1 economische: geld en bezit (Elon Musk)
2 sociale: contacten die je kunnen helpen (netwerk)
3 symbolische: status en aanzien (Max Verstappen)
4 politieke: macht en gezag (politie)
Sociale stratificatie
De verdeling van de maatschappij in groepen waartussen sociale ongelijkheid bestaat
Maatschappelijke ladder
Wanneer de sociale lagen boven elkaar worden geplaatst ontstaat de maatschappelijke ladder (mensen met meer bezit, status of macht staan hoger dan anderen)
Twee soorten maatschappelijke ladders
Beroepsprestigeladder: vergelijking op basis van de status van het beroep
Bezitsladder: vergelijking op basis van bezit: kapitaal versus bezitslozen
Sociale mobiliteit
Iemands maatschappelijke positie kan veranderen. Hij kan stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder
Positietoewijzing
Verwijst naar maatschappelijke oorzaken waardoor een persoon of groep op een bepaalde positie terechtkomt
Positieverwerving
Mensen verkrijgen een maatschappelijke positie door hun eigen bijdrage of de bijdrage van een groep waar ze bij horen
Soorten samenlevingen
Gesloten samenlevingen: Nauwelijks sprake van sociale mobiliteit
Open samenlevingen: Mensen hebben meer kansen om sociaal mobiel te zijn
Drie soorten kapitaal
1 economisch kapitaal: bezit en inkomen
2 sociaal kapitaal: netwerk en respect van anderen
3 cultureel kapitaal: kennis, houding en opvattingen
Collectieve goederen
Een ideaal realiseren waar iedereen baat bij heeft (algemeen belang), non-exclusief: je kunt niemand uitsluiten
Private goederen
Goederen waar mensen voor moeten betalen, exclusief: als je niet betaalt, krijg je het niet
Collectieve actie
Wanneer mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren
Dilemma van de collectieve actie
Wel of niet meedoen (allebei heeft voordelen)
Free riders
Actoren die wel profiteren van het collectieve goed, maar er niet aan bijdragen
Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
Machtsbronnen
Affectieve machtsbronnen: invloed op grond van gevoel of emoties
Cognitieve machtsbronnen: invloed op basis van kennis
Economische machtsbronnen: invloed op basis van geld of het bezit van schaarse goederen
Politieke machtsbronnen: invloed van de overheid of politieke machtsdragers
Asymmetrische relatie
Veel relaties in de samenleving zijn asymetrisch: de één heeft meer hulpbronnen dan de ander
Soorten macht
Formele macht: macht die is vastgelegd in regels of wetten
Informele macht: macht die niet officieel is vastgelegd (kennis, traditie, charisma)
Gezag
Macht die als legitiem beschouwd wordt (dus men accepteert die macht als normaal en wettig)
Gezagsbronnen
Gezag bij personen kan komen door charisma, prestaties van iemand of zijn positie
Gezag is relatief: de paus heeft gezag bij katholieken, maar niet bij protestanten
Samenwerking
Het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel