Taalproblemen blijven aanwezig bij adolescenten met TOS
Adolescenten met TOS scoren significant slechter op taaltests in vergelijking met leeftijdgenoten
Er is een hiaat in wetenschappelijk onderzoek
Toenemende taalvereisten in het secundair onderwijs
Steeds hogere talige eisen
Meer auditieve informatie
Meer belang aan schriftelijke vaardigheden en abstract denkvermogen
Sociale media
Snel verwerken en produceren van informatie
Voorbeeld van toenemende taalvereisten
'De snelheid v/d wereld gaat als een speer'
Taalgebruik bij adolescenten met TOS
Moeite met aanpassen register
Moeite met inleven in de ander
Moeilijkheden in gesprekken: instandhouden, aanvoelen en herstellen van misverstanden, onvoldoende informatieoverdracht
Voorbeeld van taalgebruiksproblemen
'Bij conflicten + discussies… heb ik een blokkade en kom dan lastiger uit mijn woorden'
Taalvorm bij adolescenten met TOS
Problemen minder opvallend
Vermijdingsgedrag bij moeilijke morfosyntactische structuren: korte, minder complexe uitingen, weinig gebruik van onderschikking
Meer fouten in meer complexe zinnen
Werkwoordfouten zijn hardnekkig
Taalinhoud bij adolescenten met TOS
Problemen met abstracte en wetenschappelijke begrippen
Moeite met definiëren van woorden/objecten
Woordvindingsproblemen en onvloeiendheden
Te beperkte en hoofdzakelijk concrete woordenschat
Voorbeeld van beperkte woordenschat
'mijn hoofd lijkt wel een vuilnisbelt'
Schoolse vaardigheden bij adolescenten met TOS
Hardnekkige leesproblemen
Hoge drop-out
Zonder diploma minder kans op werk
Sommige TOS-kenmerken zijn typerend voor ontwikkelingsdysfasie
Ontwikkelingsdysfasie
Specifieke stoornis in de taalontwikkeling
Om tot bij ontwikkelingsdysfasie te komen op vlak van kenmerken moeten minstens 3 verschillende kenmerken frequent voorkomen, uit minstens 2 verschillende taaldomeinen, waarvan minstens 1 kenmerk uit het expressieve gebied
Signalering
Het herkennen van signalen voor een gestoorde taalontwikkeling door ouders of professionals, nog voor er sprake is van een diagnostisch onderzoek
Signalering is een belangrijke taak voor al wie betrokken is bij de eerstelijnsgezondheidszorg van jonge kinderen
Signalen van TOS worden opgemerkt via screening
Screening
Zo relatief snel mogelijk een mogelijke TOS detecteren, verder diagnostisch onderzoek is altijd nodig om uit te maken of het om een echte stoornis gaat
Vroegtijdige detectie van TOS maakt vroegtijdige behandeling mogelijk, wat de kans op verbetering en herstel verhoogt
Sensitiviteit
Geeft aan in hoeverre een instrument in staat is om TOS te detecteren bij kinderen met TOS
Specificiteit
Geeft aan in hoeverre een instrument kan aantonen dat er geen taalproblemen zijn bij kinderen zonder TOS
Er is vaak te weinig informatie over sensitiviteit en specificiteit van bestaande screeningsinstrumenten
Van Wiechenonderzoek
Opvolgen van de algemene ontwikkeling van het jonge kind door consultatiebureaus, waarbij bij onvoldoende ontwikkeling doorverwezen wordt, maar zonder concrete afkapwaarde voor taalontwikkeling
Het Van Wiechenonderzoek heeft een beperkte waarde in het opsporen van TOS zoals het nu gebruikt wordt
SNEL-test en TOS-check app
Screeningsinstrumenten gebaseerd op minimum spreeknormen en vragen over mijlpalen in taalontwikkeling, met leeftijdsbereik 1-7 jaar
Lexiconlijsten
Brengen actieve en passieve woordenschat in kaart via oudervragenlijsten, zoals de N-CDI 1 voor 8-16 maanden en N-CDI 2A/2B voor 16-30 maanden