Biomoleculen

Subdecks (1)

Cards (204)

  • Covalente binding

    Binding waarbij atomen elektronen delen
  • Ionische binding

    Binding waarbij een complete transfer is van elektronen van het ene atoom naar andere
  • Dipool interacties
    Bij moleculen met ongelijke ladingsverdeling
  • Van der Waalskrachten
    Zwakke/zeer zwakke krachten die optreden bij intermoleculaire interacties tussen neutrale atomen, wanneer deze tot zeer dichte afstand naderen
  • Waterstofbruggen
    Intermoleculair kracht tussen elektronenpaar op sterk elektronegatief atoom (F, O, N) en H-atoom
  • Zoutbruggen
    Elektrostatische binding tussen 2 tegengesteld geladen atomen
  • Permanente dipolen
    Ongelijke verdeling van de lading en zijn daarom polair (bv. water en koolstofmonoxide)
  • Geïnduceerde dipolen
    Niet-polaire moleculen kunnen dipolair worden in aanwezigheid van een elektrisch veld
  • Hydrofiel
    Polaire moleculen zijn oplosbaar in water
  • Hydrofoob
    Apolaire moleculen zijn (bijna) onoplosbaar in water bv. olie
  • Hydrofobe effect
    Eigenschap van water om zijn contact met hydrofobe moleculen te minimaliseren
  • Amfipathische moleculen
    Moleculen die zowel een polair als apolair gedeelte hebben en ze zijn dus simultaan hydrofiel en hydrofoob
  • Buffers
    Oplossingen die in een bepaald pH gebied, veranderingen van pH tegengaan
  • Polyprotische zuren

    Verliezen meer dan 1 proton en ondergaan dus meer dan 1 ionisatie
  • Acidose
    pH < 7.1
  • Alkalose
    pH > 7.6
  • IEP (isoelektrisch punt)

    pH-waarde waarbij de globale lading van het molecule 0 is. Dit IEP kan voor elke molecule voorspeld worden als de pKa's gekend zijn
  • Enantiomeren
    Structuren die spiegelbeelden hebben die niet exact op elkaar gelegd kunnen worden
  • Post-translationele modificaties

    Sommige AZ-zijketens worden na inbouw van het AZ in een eiwit nog chemisch gewijzigd
  • Peptidebinding
    Ontstaat wanneer α-carboxylgroep van AZ 1 condenseert met α-aminogroep van AZ 2 en water afgesplitst wordt
  • Oligopeptide
    < 20 AZ
  • Polypeptide
    20-100 AZ
  • Eiwit
    > 100 AZ
  • Residu
    Elk individueel AZ in een keten
  • Ramachandranplot
    Conformaties die sferisch niet mogelijk zijn hebben een φ en ψ waarde die de atomen dichter zal brengen dan deze van de overeenkomende Van der Waals afstanden. Deze info wordt samengevat in een Ramachandranplot. De meeste gebieden stellen verboden conformaties voor van een polypeptideketen
  • Antiparallele β-sheet

    Waarbij de naastliggende polypeptideketens waterstofbruggen aangaan die in verschillende richting lopen
  • Parallelle β-sheet
    Waarbij de naastliggende polypeptideketens in dezelfde richting lopen
  • Coil-structuren
    Segmenten van een polypeptideketen waarvan de opeenvolgende residu's verschillende φ en ψ hoeken vertonen
  • Random coil
    Ongeorganiseerde structuur van gedenatureerde eiwitten
  • Omega loop
    1. 16 residu's. Dit zijn compacte structuren die altijd voorkomen op de oppervlakte van eiwitten. Rol in biologische herkenning
  • Tertiaire structuur
    Globale 3D vorm
  • Natief eiwit
    Eiwit die voortkomt in de vorm waar het zijn biologische functie kan uitoefenen
  • Quaternaire structuur
    Waarbij 2 of meer polypeptide sub eenheden associëren tot grotere eiwitstructuur
  • Hydrofobe collaps
    Vorming van de hydrofobe kern van eiwitten
  • Misfolding
    Eiwitten die niet correct gevouwen zijn, liggen aan basis van verschillende ziekten o.a. gekke koeien ziekte, alzheimer
  • Moleculaire chaperonnes
    Essentiële eiwitten die binden aan niet gevouwen en gedeeltelijk gevouwen polypeptideketens. Ze voorkomen foute associatie van hydrofobe regio's die kunnen leiden tot foutief gebonden eiwit
  • Geconjugeerde eiwitten
    Eiwitten die, buiten aminozuren, nog andere groepen bezitten
  • Proteolytische splitsing
    Afsplitsing van het initiatie methionine
  • Ubiquitine
    76 aminozuren lang polypeptide die in alle organismen voorkomt. Meest geconserveerd eiwit gekend. Eiwitten die afgebroken moeten worden, worden eerst gemerkt met ubiquitine
  • SUMO (Small-ubiquitine-like molecule)
    4 vormen gekend. Rol in processen zoals transcriptie regulatie, celcyclus, apoptose