Theorie

Cards (129)

  • Verschillende soorten biomoleculen: eiwitten, suikers (sachariden), nucleïnezuren, vetten (lipiden), (water)
  • Chemische elementen van levende materie
    • Primaire: C, H, O (94%)
    • Secundaire: N, P, S Cl, K, Ca, Mg (6%)
    • Microbestanddelen: Fe, Zn, I
    • Sporen: Mn, Cu, Co, F, Se
  • Covalente binding
    Binding waarbij de atomen elektronen gaan delen
  • Voorbeelden van covalente bindingen
    • Ether
    • Carboxyl ester
    • Fosfaat ester
    • Fosfodiester
    • Amide
    • Thioester
    • Thioether
  • Niet-covalente interacties
    • Hebben een groot effect op de structuur: interacties zijn gemakkelijk te verbreken en zorgen daardoor voor de nodige flexibiliteit, welk nodig is voor het uitoefenen van de functie
    • Zijn individueel zwakke interacties, maar samengesteld zorgen ze voor de stabiliteit van de molecule
  • Voorbeelden van niet-covalente interacties
    • Dipool interacties
    • Van der Waals krachten
    • Waterstofbruggen
    • Zoutbruggen
    • Hydrofobe interacties
  • Eigenschappen van water
    • Centrale rol van water in biochemische processen
    • Fysische eigenschappen
    • Chemische eigenschappen
  • Fotosynthese: oxidatie van water met vorming van zuurstof
  • Water speelt actieve rol in chemische reacties
  • Water zorgt voor transport van biomoleculen van/naar de plaats van chemische reacties
  • Biomoleculen komen voor in waterige omgeving, water heeft effect op hun vorm
  • Functies van eiwitten
    • Katalyse
    • Structuur
    • Beweging
    • Transport en opslag
    • Intercellulaire communicatie
    • Intracellulaire communicatie
    • Immunologische afweer
  • Structuur van eiwitten
    • Primaire structuur
    • Secundaire structuur
    • Tertiaire structuur
    • Quaternaire structuur
  • Primaire structuur

    Opeenvolging van aminozuren
  • Indeling aminozuren volgens R-groep
    • Apolaire aminozuren
    • Ongeladen, polaire aminozuren
    • Geladen aminozuren
  • Structuur
    • Primaire structuur: opeenvolging van aminozuren
    • Secundaire structuur: ruimtelijke organisatie van aangrenzende delen van eenzelfde polypeptideketen
    • Tertiaire structuur: uiteindelijke vorm van het totale eiwit
    • Quaternaire structuur: uiteindelijke structuur eiwit welke uit meer dan 1 polypeptideketen bestaat
  • Indeling aminozuren volgens R-groep
    • Apolaire aminozuren
    • Ongeladen, polaire aminozuren
    • Geladen polaire aminozuren
  • Essentiële aminozuren
    • Val, Leu, Ile, Met, Phe, Trp, Lys, Thr
    • Tyr, Pro, His, Ser, Arg, Cys
  • Optische activiteit

    Vermogen om vlak van gepolariseerd licht te kunnen roteren
  • Chiraliteit
    1. atoom met vier verschillende substituenten = asymmetrisch enantiomeren
  • Isoelektrisch punt
    De pH waarde waarbij de globale lading van de molecule 0 is
  • Ladingsgedrag aminozuren
    1. pH = 0 uiterst zuur
    2. Zure functies houden proton COOH
    3. Basische functies nemen proton op NH3+
  • Chemische modificaties aminozuren
    • Hydroxilatie
    • Acetylatie
    • Carboxylatie
    • Fosforylatie
    • Glycosilatie
  • Peptidebinding
    Condensatiereactie tussen de α -carboxyl aminozuur 1 en α -aminegroep aminozuur 2 met afsplitsing van H2O
  • Begrippen
    • Dipeptide
    • Oligopeptide
    • Polypeptide
    • Eiwit
    • Residu
    • Ruggengraat (backbone - main chain)
    • Phi hoek Φ
    • Psi hoek Ψ
  • Interacties aminozuren
    • H-bruggen tussen backbone groepen
    • H-bruggen tussen R groepen onderling en R-groep met backbone
    • Zoutbruggen tussen R groepen
    • Hydrofobe interacties tussen R groepen
    • Covalente zwavelbruggen tussen zijketens cysteïne
  • Voorbeelden secundaire structuur
    • α-helix
    • β-sheet
    • Coiled coil (keratine)
    • Triple helix (collageen)
    • Coil structuren
    • Bochten en lussen
  • Tertiaire structuur
    Posities van de zijketens
  • Combinaties van helices en sheets
    • βαβ motief
    • β-haarspeld motief
    • αα motief
    • β barrels
  • Quaternaire structuur
    Twee of meer subeenheden associëren tot grotere eiwitstructuur
  • Opvouwen van eiwitten
    1. Vorming van lokale segmenten van secundaire structuren = hydrofobe collapse
    2. Vorming tertiaire structuur
    3. Complexe bewegingen, uitstoten water uit kern natieve conformatie wordt bereikt
    4. Multi-domeinen samenbrengen tot quaternaire structuur
  • Soms treedt 'misfolding' op deze eiwitten liggen aan basis van verschillende ziekten
  • Moleculaire chaperonnes
    Helpen in het vouwingsproces door te binden aan niet gevouwen en gedeeltelijke gevouwen polypeptideketens
  • Denaturatie van eiwitten
    Verstoren van globale structuur: secundaire - tertiaire - quaternaire
  • Condities voor denaturatie
    • Hitte
    • pH variatie
    • Detergenten
    • Chaotrope zouten
    • Mechanische elementen
  • Voorbeelden post-translationele modificatie
    • Gesecreteerde en membraan-geassocieerde eiwitten
    • Prosthetische groepen
    • Proteolytische splitsing
    • Glycoproteïnen
    • Acetylatie
    • Methylatie
    • Fosforylatie
    • Sulfatie
    • Lipiden verbonden eiwitten
    • Ubiquitinatie
    • SUMOylatie
  • Voorbeelden eiwitten
    • MYOGLOBINE
    • HEMOGLOBINE
    • IMMUNOGLOBULINEN
  • INE
    Intracellulair eiwit in rode bloedcellen
  • Universeel voorkomend in alle rijken
  • Structuur
    • Tetrameer eiwit = 4 subeenheden
    • 2 α-subeenheden, 2 β-subeenheden