Orthopedie H10

• Traumatische spinale letsels hebben een grote impact op het fysieke/ psychologische/ sociale welzijn van de patiënt
• De incidentie van dergelijke letsels is 10.5 per 100.000 per jaar
• Door spinale letsels zijn er 5000 opnames in NL per jaar
• Door spinale letsels zijn er 200 opnames met neurologische betrokkenheid in NL per jaar
• Oorzaken van traumatische spinale letsels


  • Beroepsongevallen
  • Verkeersongevallen
  • Sportongevallen
  • Ongevallen van hoogte
• Patiënten met traumatische spinale letsels

  • Presenteren zich met een gelokaliseerde pijn
  • Presenteren zich met een deformiteit van de wervelkolom
  • Presenteren zich al dan niet met neurologische tekorten
• Factoren die herstel van traumatisch spinaal letsel beïnvloeden

  • Leeftijd
  • Niveau van letsel
  • Type letsel
  • Intensiteit en energie trauma
  • Mate van laesie
• Behandeling van traumatisch spinaal letsel

  • Conservatief
  • Chirurgisch
• Conservatieve behandeling


  Vooral bij rest
• Chirurgische behandeling


  Vooral bij mechanische instabiliteit, neurologische tekorten, ernstige deformiteit
• Symptomen traumatisch spinaal letsel

  • Lokale pijn
  • Deformiteit
  • Al dan geen neurologische tekorten
• Bij polytrauma patiënten zijn de symptomen lastig te bepalen vanwege bijkomend letsel als schade aan de hersenen
• Bij polytrauma patiënten is het mogelijk dat ze vanuit schade aan de thorax geventileerd worden
• Bij verdenking op traumatisch spinaal letsel wordt er altijd een CT gemaakt
• Er wordt ook een radiogram gemaakt voor screening
• Wat wordt er gescreend op bij radiologisch onderzoek

  • Hoogteverlies van wervels
  • Opstelling van wervels (kyfose of scoliose)
  • Afstand tussen spinous uitsteeksels
  • Afstand tussen spinous pedikels
  • Abnormale para-spinale lijn
  • Abnormaal verwijd mediastinum
• Aanvullend onderzoek met CT of MRI is geïndiceerd wanneer er uit het screenend onderzoek te weinig bewijs kwam voor een traumatisch spinaal letsel
• Aanvullend radiologisch onderzoek


  • CT met transversale beelden
  • CT met sagittale en coronale reconstructie beelden
  • MRI
• Een MRI kan geprefereerd worden over CT vanwege zichtbaarheid van spinale letsels en letsels aan tussenwervelschijven/ wervels/ ligamenten
• AOspine classificatie


  Classificatie van traumatische spinale letsels voor adequate behandeling en onderzoek
• Morfologie van letsel


  Letsel aan het ruggenmerg kan zorgen voor letsel aan wervels/ tussenwervelschijven/ ligamenten/ facet gewrichten
• Stabiele kraan


  Letsel aan de toren van de kraan (wervels en tussenwervelschijven) met intact posterieur ligament
• Instabiele kraan


  Letsel aan de kabel van de kraan (posterieur ligament)
• Typen traumatische spinale letsels

  • Type A compressie letsel
  • Type B distractie letsel
  • Type C dislocatie letsel
• Type A compressie letsel

  Ontstaat door axiale compressie krachten met intacte anterieure en posterieure ligamenten
• Typen type A compressie letsels

  • Compressie fractuur
  • Splitten fractuur
  • Barsten fractuur
• Type B distractie letsel

  Flexie of extensiekracht zorgt voor distractie zonder dislocatie
• Typen type B distractie letsels

  • Type B1
  • Type B2
  • Type B3
• Type C dislocatie letsel


  Dislocatie van het craniale of caudale deel van het ruggenmerg in een dergelijk vlak
• ASIA schaal


  • 0 = geen neurologische tekorten
  • 1 = tijdelijk neurologisch falen, volledig herstel
  • 2 = betrokkenheid van zenuwwortels
  • 3 = incompleet ruggenmergletsel of incompleet/ compleet cauda equina letsel
  • 4 = volledige neurologische tekorten
  • X = onbekend
• Klinische variabelen bij traumatisch spinaal letsel

  • Polytrauma
  • Ankylose
  • Osteoporose