Essential surgery H3

Cards (97)

  • Aangeboren immuunrespons
    De eerste verdediging tegen pathogenen via herkenning van pathogeenmoleculen door TLC op dendritische cellen
  • Verworven immuunrespons
    Omvat T- en B-cellen, is meer orgaan-specifiek, komt later op gang maar blijft via geheugen T- en B-cellen bestaan
  • Vaccinaties hebben een invloed op het verworven immuunsysteem
  • Aangeboren immuniteit
    • Semi-orgaan-specifieke respons op nieuwe pathogenen, zorgt voor het optreden van de verworven immuunrespons
  • Aangeboren immuunrespons
    1. Macrofagen en dendritische cellen patrouilleren door weefsel om pathogenen op te sporen
    2. Pathogenen worden opgenomen bij contact en het complementsysteem geactiveerd
    3. Cytokinen worden uitgescheiden
    4. Macrofagen en dendritische cellen worden verder gerekruteerd
  • Verworven immuunrespons
    1. Dendritische cellen presenteren fragmenten van pathogeeneiwitten aan T-cellen in lymfeklieren
    2. Dendritische cellen laten meer cytokinen los
  • LPS
    Geproduceerd door gramnegatieve bacteriën, belangrijke stimulator van de immuunrespons
  • Immuunrespons op LPS
    1. Inflammatoire cellen scheiden TNF-alfa, IFN-gamma en IL-1 af
    2. Inflammatoire stoffen controleren de immuunrespons
  • TLR
    Tien varianten die allemaal specifiek binden aan een pathogeeneiwit
  • Overactiviteit van het aangeboren immuunsysteem kan zorgen voor sepsis, inadequate responsen kunnen auto-immuniteit veroorzaken
  • Verworven immuunrespons
    1. Macrofagen en andere antigeen-presenterende cellen presenteren opgenomen pathogeen in stukken op oppervlak
    2. Dit activeert en prolifereert T- en B-cellen
  • Geactiveerde B-cellen
    Scheiden antilichaam moleculen uit die antigenen binden en vernietigen
  • Geactiveerde T-cellen
    Activeren B-cellen of vernietigen pathogeen
  • In de toekomst zijn er geheugen T- en B-cellen waardoor er effectief om gegaan kan worden bij terugkeer van het pathogeen, zonder inflammatie
  • Darm microbioom
    De gecombineerde genomische compositie van de micro-organismen in een ecosysteem
  • De meeste informatie is bekend van het darm microbioom, omdat hier de meeste micro-organismen zitten in feces en mucus
  • Dunne darm
    Dynamische compositie
  • Dikke darm
    Statische compositie afhankelijk van degradatie van onverteerbare koolhydraten
  • Het darm microbioom speelt een essentiële rol bij verschillende chronische ziekten, in plaats van één micro-organisme
  • Het darm microbioom is zeer variabel, maar krijgt een volwassen structuur op een leeftijd van drie jaar
  • Ziekten waarbij het darm microbioom betrokken is
    • Kanker
    • Obesitas
    • Diabetes
    • Auto-immuunziekte
    • Neuropsychiatrie ziekte
  • De structuur en functie van het microbioom kan beïnvloed worden door antibiotica en PPI, maar hoe is nog niet bekend
  • Het microbioom is betrokken bij de etiologie van verschillende chirurgische colon ziekten, zoals colonkanker
  • Risicofactoren voor colonkanker

    • Dieet (veel rood vlees, veel vet, weinig vezel)
    • Microbioom (modulatie van vezels, op-regulatie van butyraat metabolisme, downregulatie van secundair galzuur metabolisme, carcinogenen)
  • Microbioom
    • Een complex supersysteem, waarbij alle chirurgische interventies die dit verstoren een impact hebben op de gastheer (genezing van anastomose, genezing van postoperatieve ileus, chirurgische voedingsstatus, systemische inflammatierespons)
  • Het microbioom speelt een fundamentele rol in de gastheerrespons tegen chemotherapie voor tumortypen ergens in het lichaam
  • Acute inflammatie
    Het belangrijkste mechanisme waarmee een weefsel reageert op schade, met als doel het neutraliseren of verwijderen van de schade om de normale functie te herstellen, door het vormen van exsudaat (serum, leukocyten, fibrinogeen)
  • Klinische symptomen van acute inflammatie
    • Rubor (roodheid)
    • Tumor (zwelling)
    • Calor (warmte)
    • Dolor (pijn)
  • Resolutie van acute inflammatie

    Wanneer de weefselschade minimaal is en er geen weefselnecrose aanwezig is, gaat het weefsel terug naar de oude status zonder litteken
  • Abces
    Een collectie van pus die wordt afgesloten in het gebied met acute inflammatie, gevormd bij pyogene micro-organismen die neutrofielen aantrekken en fagocytose en lysozoom destructie vermijden
  • Micro-organismen die abcessen vormen
    • Stafylokok aureus
    • Streptokok pyogeen
    • E. coli
    • Colliformen
    • Bacteroïden
  • Ontwikkeling van abcessen
    1. Zonder behandeling groeien abcessen naar een dichtbij gelegen epitheel oppervlakte waar ze hun inhoud legen, waarna genezing optreedt
    2. Wanneer een abces niet dichtbij epitheel oppervlakte ligt, blijft het groeien en leidt het tot weefseldestructie of sepsis
  • Zelfs met kleine gelokaliseerde abcessen kunnen er bacteriën in de bloedbaan terechtkomen, wat leidt tot swingende pyrexie
  • Ernstige infectie zorgt voor een overmatige cytokine respons die overgaat op de systemische circulatie, wat sepsis wordt genoemd
  • Behandeling van abcessen
    1. Complete drainage door incisie of aspiratie, waarbij necrotisch weefsel verwijderd moet worden
    2. Antibiotica kunnen micro-organismen elimineren voordat een abces gevormd wordt, maar zijn niet zinvol wanneer er al een abces is
  • Organisatie
    Het verwijderen van dood weefsel door fagocytose en opvullen van de plek met granulatie weefsel, wat hersteld wordt tot een fibreus litteken
  • Primaire wondgenezing
    Acute inflammatoire respons in de buurt van de incisie, proliferatie van epitheel vanuit wondmarges, invasie van granulatieweefsel door fibroblasten met collageen depositie, regressie van bloedvaten tot een bleek lineair litteken
  • Secundaire wondgenezing
    Bloedprop, infiltratie door vasculair granulatie vanuit gezonde wondbasis, invasie door fibroblasten met collageen depositie en contractie van myofibroblasten, regressie van bloedvaten tot een a-vasculair litteken
  • Chronische inflammatie omvat een balans tussen het persisterende micro-organisme en de inflammatoire respons, met weefselnecrose, granulatie formatie en litteken formatie
  • Wondgenezing
    1. Collageen extravasculair neerleggen
    2. Na 1 week = differentiatie in myofibroblasten
    3. Na 2 weken = contractie van myofibroblasten. Dit zorgt ervoor dat het wonddefect krimpt tot 40-80%
    4. Na weken tot maanden gaan bloedvaten in meer regressie waardoor er meer collageen gevormd wordt. Dit zorgt voor een a-vasculair litteken dat kleiner is dan het origine wonddefect
    5. Epidermaal defect wordt overbrugd door proliferatie van epitheel vanuit de wondmarges