De hiërarchische opdeling van mensen in de verschillende sociale lagen die onderling verschillen in sociale status en andere indicatoren (bv. loon, opleiding, levensverwachting…). Er is dus sprake van ongelijkheid tussen de verschillende lagen
Westerse samenleving is op papier egalitair, maar er zijn toch veel ongelijke kansen
Bourdieu
Elke klasse heeft eigen 'smaak' / cultuur (kunst, voorkeur, alledaagse voorwerpen…)
Economisch kapitaal en cultureel kapitaal
Economisch kapitaal
Inkomen en vermogen
Cultureel kapitaal
Scholing en skills (verschillende klasse = verschillend cultureel kap)
Verschillende smaak is vaak niet bewust aangeleerd, maar gewoonte
Het zijn de heersende waarden en normen die typerend zijn voor een bepaalde klasse
Habitus
Diepgewortelde gewoonten die mensen verwerven door hun sociale omgeving en ervaringen. Habitus vormt hoe mensen denken, voelen en handelen, en beïnvloedt hun perceptie van de wereld en hun plaats daarin
Consumptie
Handelingsschema's
Smaak
Waarderingsschema's
Zo dragen we een levensstijl en onderscheiden we ons van de rest = 'la distinction'
Fracties
Verschillende groepen binnen een sociaal veld die gemeenschappelijke belangen delen
Highbrow
koormuziek
klassieke muziek
opera
reggae
Lowbrow
country
disco
heavy metal
rap
Voorkeur voor muziek hangt samen met SES positie
Functionele differentiatie
Verschillende functies of taken binnen een systeem raken in de loop van de tijd onderscheiden
Iedereen heeft gespecialiseerde functies die toegekend zijn aan sociale posities
Sociale rol/positie kan gewaardeerd worden
Sociale positie staat in nevenschikkende relatie tot elkaar
Sociale rol/positie niet gewaardeerd
Rangschikking van hoog-laag of boven-onder
Ongelijkheid is niet altijd onrechtvaardig
Ongelijke bijdrage = ongelijkheid is dan maatschappelijk aanvaardbaar
Davis en Moore
Cruciale posities in samenleving moeten bekleed worden, dus verschillende posities moeten verschillende beloningen kennen
Stereotypering
Mensen nemen groepen waar in vereenvoudigde vorm, meestal de out-group (waartoe je niet behoort)
Stereotypering is menselijk om een complexe wereld te kunnen bevatten
Over-stereotypering is gevaarlijk, gaat in de hand met vooroordelen en discriminatie
Oplossing is investeren in sociale netwerkvorming (mensen corrigerende ervaringen laten opdoen zodat de out-group minder homogeen lijkt → overeenkomsten ontdekken ipv focus op verschillen)
Klasse
Hogere klasse (grote vermogens)
Middenklasse (dienstensector)
Lagere klasse (laagopgeleiden, werklozen)
EPG klassenindeling (Erikson)
Bevat 4 dimensies van beroepen: sector (handarbeid, hoofdarbeid, agrarische arbeid), zelfstandigheid vs loonafhankelijkheid, vereiste vaardigheid, leiding geven
In de jager-verzamelaar samenleving was er een egalitair karakter op basis van leeftijd en geslacht, met weinig sociale differentiatie
In de landbouwsamenleving ontstond meer sociale stratificatie op basis van toegang tot grond, met 3 stelsels: slavernij, kasten, standen
Slavernij
Oorspronkelijk extra werkkracht voor de landbouwsamenleving, later juridisch eigendom van de meester, erfelijk
Kasten
Ligt vast bij de geboorte, niet veranderbaar, sociale mobiliteit niet mogelijk, bepaald door reïncarnatie
Standen
Landbezit is belangrijk, feodaal Europa, geestelijken, adel, derde stand, sociale mobiliteit beperkt
In de industriële samenleving ontstond een flexibelere klassenmaatschappij in plaats van een standenmaatschappij
Marx
3 klassen: arbeiders/proletariaat, kapitalisten/Bourgeoisie, Grondbezitters, onderscheid op basis van beschikken van productiemiddelen
Dahrendorf
Onderscheid op basis van autoriteit: managers, intermediaire groep en werkende klassen
Marx
Jager-verzamelaar samenleving = primitief communisme, bij opkomst landbouw ontstonden klassen door arbeidsverdeling en eigendomsrecht
Weber
4 klassen in een kapitalistische maatschappij: kapitaalbezittende hoge burgerij, managers, kleine burgerij, arbeiders in loondienst
Davis & Moore
Sociale stratificatie is mondiaal fenomeen omdat het werkt, verschillende belangrijke sociale posities moeten ingenomen worden en worden beloond
Kritiek op Davis & Moore: sociale stratificatie is vaak aanleiding voor staking en revolutie, individueel talent wordt overdreven, ze kijken enkel naar de gevolgen