Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt. Ook wel een 'sociale bril': iedereen kijkt, ziet en beleeft de wereld op zijn eigen manier door zijn eigen sociale bril.
Identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon. Het is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel van uitmaakt.
Aspecten van identiteit
Persoonlijke identiteit: zelfbeeld
Sociale identiteit: zelfbeeld als lid van een sociale groep
Collectieve identiteit: beeld van een groep dat als blijvend en kenmerkend wordt beschouwd
Interne collectieve identiteit
Het gezamenlijk zelfbeeld van een groep
Externe collectieve identiteit
De verwachtingen van het gedrag van anderen met een bepaalde identiteit
Identiteit wordt gevormd door onder andere je opvoeding, vrienden en de media
Spanningen bij identiteit
Beelden en verwachtingen van iemands identiteit kunnen tot spanningen leiden
Loyaliteitsconflict
Onderdeel zijn van een groep, maar het niet met alles eens zijn
Identiteit is vloeibaar: het kan veranderen door je leven heen
Een positieve identiteit is belangrijk in de moderne samenleving
Identiteit is altijd in beweging en volgt trends en mode
Socialisatie
Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep en samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
Elementen van socialisatie
Overdracht: leren wat van hen verwacht wordt in een groep of samenleving aan nieuwkomers
Verwerving: mensen maken zich de cultuur van een groep of samenleving eigen
Socialisatoren
Groepen mensen die een cultuur overdragen, zoals ouders, leraren, vriendengroepen, verenigingen, de overheid en de media
Internaliseren
Een langdurig proces waarbij mensen zich een cultuur eigen maken
Imitatie en identificatie
Gedrag overnemen van de mensen op wie we denken te lijken en op wie we willen lijken
Stereotypen en vooroordelen
Cultureel aangeleerde beelden, generalisaties en veronderstellingen, bijvoorbeeld over bepaalde groepen mensen
Soorten van socialisatie
Primaire socialisatie: socialisatie binnen kleinere groepen zoals het gezin of een vriendengroep
Secundaire socialisatie: socialisatie die plaatsvindt in een formele omgeving, zoals een school of een vereniging
Tertiaire socialisatie: socialisatie die impliciet plaatsvindt, bijvoorbeeld door literatuur, massamedia of de overheid
Functies van socialisatie
Continuering: voortzetting van een (sub)cultuur
Verandering van een (sub)cultuur
Identificatie van het individu met anderen, met een groep en een (sub)cultuur en het besef van groepslidmaatschap van het individu
Identiteitsontwikkeling van het individu gedurende de hele levensloop
Gedragsregulatie van het individu: voorspelbaarheid van gedrag
Nature-nurture
Het debat over de vraag of menselijke eigenschappen eerder aangeboren (genetisch) of aangeleerd (socialisatie en cultuur) zijn
Cultuur
Het geheel van voorstellingen, uitdruckingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven
Elementen van cultuur
Waarden: idealen zoals gelijkheid, vrijheid en veiligheid
Opvattingen: ideeën, wat je vindt, je gedachten over iets
Voorstellingen: beelden, ideeën, verhalen die mensen hebben over een gebeurtenis
Normen: regels die horen bij waarden
Instituties: een geheel van gedragsregels die het gedrag van mensen reguleren
Uitdrukkingsvormen: symbolen, taal, mode en tattoo's
Materiële aspecten van cultuur
Tastbaar en concreet, zoals gebouwen, producten, gebruiksvoorwerpen, kunst
Immateriële aspecten van cultuur
Zaken die je niet meteen ziet, zoals waarden en taal
Sommige zaken hebben een materieel aspect met een immateriële betekenis, zoals een regenboogvlag
Cultuurelementen worden door middel van socialisatie overgedragen, maar veranderen ook constant. Een cultuur is dus dynamisch en plaats- en tijd gebonden.
Normen
Regels die horen bij waarden
Instituties
Een geheel van gedragsregels die het gedrag van mensen reguleren
Uitdrukkingsvormen
Symbolen
Taal
Mode
Tattoo's
Sommige zaken hebben een materieel aspect met een immateriële betekenis, zoals de regenboogvlag
Culturen zijn dynamisch
Cultuurelementen worden door middel van socialisatie overgedragen, maar veranderen ook constant. Een cultuur is dus dynamisch en plaats- en tijd gebonden
Wat op de ene plek (of tijd) normaal is, kan op de andere plek vreemd zijn, zoals de rolverdeling in het gezin
Nature-nurture-debat
Verschil tussen nature en nurture verklaringen voor gedrag
Je kunt m.b.v. cultuur verklaren wat in een bron beschreven staat
Dominante cultuur
De cultuur van de groep in de samenleving met de invloedrijkste politieke of economische positie. Vaak is dat de grootste groep, maar niet altijd
Subculturen
Kleinere culturen die deels overlappen en licht afwijken van de dominante cultuur met eigen waarden en normen, zoals gabbers
Tegencultuur
Mensen die zich geweldloos of gewelddadig verzetten tegen de dominante cultuur, zoals Kick out zwarte piet
Jongerenculturen
Opkomst na WOII als gevolg van veranderingen in gezinnen, toename van vrije tijd en welvaart. Jongeren gingen in de omgang met elkaar een specifieke identiteit ontwikkelen en kwamen vaak in opstand tegen de dominante cultuur, zoals skaters en hipsters
Enculturatie
Het aanleren van de cultuur waarin je geboren wordt
Acculturatie
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid. Door acculturatie kunnen subculturen ontstaan, die elementen van de oorspronkelijke en de nieuwe cultuur bevatten