Een betrekkelijk voornaamwoord heeft betrekking op (verwijst naar) een woord dat er vlak voor staat (of woorden die er vlak voor staan). Datgene waarnaar een betrekkelijk voornaamwoord verwijst, heet het antecedent. Soms zit het antecedent in het betrekkelijk voornaamwoord zelf ‘ingesloten’, zoals in ‘Wat je vertelt, is geweldig!’ Wat betekent dan in feite ‘dat wat’ of ‘datgene wat’.
Een betrekkelijk voornaamwoord verbindt twee zinnen met elkaar.
Hetvragendvoornaamwoord
Een vragend voornaamwoord verwijst naar personen of dingen en 'vraagt' daar iets over.
De vragend voornaamwoorden die in het Nederlands voorkomen zijn: wie, wat, welk, welke, wat voor (een) en wiens. Het vraagwoord staat vaak vooraan de zin, maar kan ook in het midden van de zin staan.
Vragende voornaamwoorden kunnen zelfstandig en niet-zelfstandig gebruikt worden.