Save
psychologie examen
natuur examen
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Britt
Visit profile
Cards (125)
Kernfysica
De studie van de atoomkern
Atoomkern
Het centrale gedeelte van een atoom, bestaande uit
protonen
en
neutronen
Atoomkern
Atoomnummer
: Z (aantal protonen)
Massagetal
: A (aantal kerndeeltjes)
Isotopen
Atomen behorend tot
dezelfde
soort met een verschillend
aantal neutronen
Massa nucleonen
Zeer klein, uitgedrukt in units (u): 1u =
1
,
661
. 10^-27 kg
De massa van een atoomkern is altijd
kleiner
dan de som van de massa's van de
nucleonen
Massadefect
Bij de vorming van atoomkernen vertrekkende van de kerndeeltjes zet een
klein
gedeelte van de massa zich om in
energie
Bindingsenergie
De energie die vrijkomt bij de
vorming
van een atoomkern uit de
kerndeeltjes
Bindingsenergie
per
nucleon
De bindingsenergie van de
kern
gedeeld door het
totaal
aantal kerndeeltjes
Radioactieve kern
Als het aantal
neutronen
in de kern iets te klein of te groot is, is de kern niet meer stabiel en zendt spontaan
ioniserende
straling uit
Soorten ioniserende straling
Alfa
Bèta
Gamma
Alfa, bèta, gamma straling
Ladingskarakter
: alfa=positief, bèta=negatief, gamma=neutraal
Ioniserend
vermogen: alfa>bèta>gamma
Doordringingsvermogen
: gamma>bèta>alfa
Alfa verval
Een alfa deeltje komt overeen met een heliumkern 4
^
2 He -kern
Bèta verval
De atoomkern is niet stabiel (te veel energie), er wordt een
proton
+ een
elektron
gevormd
Gamma verval
Na het gamma verval blijft een proton +
gamma
(energetische
elektromagnetische straling
)
Bèta+ verval
Een
bèta
+ deeltje is het
antideeltje
van een elektron, een positron, wordt uitgezonden
Elektronvangst
Een elektron van de
K-schil
wordt opgenomen door een
proton
in de kern
Toepassingen radioactieve isotopen
Geneeskunde
(tracer, beeldvorming, radiotherapie)
Voedingsindustrie
(bestraling)
Kwaliteitsbepaling
industriële processen
Ouderdomsbepaling
organische materialen en gesteenten
Controle
bagage,
containers
Bronnen natuurlijke ioniserende straling
Kosmische
straling
Natuurlijke
straling uit aardkorst
Eigen
lichaam
Bronnen kunstmatige radioactiviteit
Geneeskunde
Kerncentrale
Blootstelling ioniserende straling
Bestraling en besmetting
Stralingsdosis
Hoeveelheid energie per kg materie, eenheid:
Gray
(Gy)
Effectieve dosis
Rekening houdend met soort straling en weefseltype, eenheid:
sievert
(Sv)
Basisregels omgaan ioniserende straling
Afscherming
Afstand vergroten
Tijd beperken
Enzym
Biokatalysator
die een reactie mogelijk maakt of versnelt, zonder zelf te worden
verbruikt
Substraat
De stof waar het enzym op
inwerkt
Enzymen zijn
eiwitten
en worden aangemaakt in alle
organismen
Katalase
Enzym dat
waterstofperoxide
omzet in water en
zuurstofgas
Activeringsenergie
Energie nodig om een
chemische
reactie te
laten
doorgaan
Katalysator
Verlaagt de activeringsenergie door de energie van het
overgangscomplex
te
verlagen
Enzym
Kan bestaan uit
meerdere
eiwitten
Heeft vaak een
co-factor
(ion of co-enzym)
Enzymwerking
Enzym bindt aan
substraat
op specifieke plaats (
sleutel-slot
)
Substraatspecificiteit
Enzym
bindt
meestal maar aan één
substraat
Enzym
Kan de activeringsenergie verlagen door de energie van het
overgangscomplex
te verlagen
Na de reactie kan je het enzym
onveranderd
terugvinden
Enzymen
Kunnen bestaan uit
meerdere delen
, bijvoorbeeld
meerdere eiwitten
Hebben vaak ook nog een
co-factor
, een
kleinere
component die niet uit eiwit bestaat zonder welke het enzym zijn functie niet kan vervullen
Co-factor
Een ion van bijvoorbeeld zink, mangaan, koper, magnesium, ijze, kalium of natrium
Een klein organisch molecuul: een co-enzym, zoals
vitamine B
en ascorbinezuur of
vitamine C
Bij
vitaminetekort
kan de reactie niet
doorgaan
Enzym
Wacht totdat de
moleculen
, waarmee het enzym aan de slag kan,
bereikbaar
zijn
De plaats waar
substraat
en
enzym
aan elkaar hechten heten de sleutel voor het substraat en het slot voor het enzym
Enzymen zijn vaak specifiek voor hun
substraat
, meestal bindt een enzym maar aan één
substraat
See all 125 cards