psychologie examen

Subdecks (5)

Cards (1004)

  • Politiek
    De collectieve activiteit die uiteenlopende opinies en belangen via dialoog en debat verzoent. De politieke beslissingen leiden tot een beleid dat de samenleving officieel erkent. Omdat de politieke beslissingen in naam van en voor de groep genomen worden, zijn ze ook afdwingbaar.
  • Democratie
    Staatsbestuur van, door en voor het volk
  • Soorten democratie
    • Directe democratie
    • Indirecte democratie
    • Deliberatieve democratie
  • Directe democratie
    Burgers nemen zelf rechtstreeks deel aan het besluitvormingsproces
  • Indirecte democratie
    Burgers dragen via verkiezingen hun beslissingsmacht over aan een volksvertegenwoordiger
  • Deliberatieve democratie
    Wil met een zo divers mogelijke groep burgers tot politieke besluitvorming komen. Eerst wisselen relatief kleine groepjes argumenten uit, om daarna in grotere groepen te overleggen en een besluit te formuleren
  • Principes van democratie
    • Sociaalcontractbegrip
    • Vrije, eerlijke verkiezingen
    • Individuele autonomie
    • Basisvrijheden
    • Gelijkheid
  • Scheiding der machten
    Verdeling van de macht over een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
  • Elk van de machten heeft taken en verantwoordelijkheden, maar wordt ook gecontroleerd door de andere machten (checks-and-balances)
  • Vierde macht
    De pers en haar informatie-en controlefunctie
  • Wetgevende macht

    Maakt de wetten die het maatschappelijk leven organiseren en beheersen. Controleert de uitvoerende macht
  • Tweekamerstelsel
    Wetgevende macht bestaat uit twee kamers, waarbij de adel vertegenwoordigd was in de eerste kamer en het volk in de tweede kamer
  • Het bicamerale stelsel wordt doorgaans als het meest democratische beschouwd
  • Sinds de 17e eeuw zitten de aanhangers van de regering rechts van de voorzitter, terwijl de oppositie links zit
  • Eenkamerstelsel komt vooral voor in recent onafhankelijke of democratische landen
  • Uitvoerende macht
    Ligt bij de regering en het staatshoofd
  • Rechterlijke macht

    Waakt over de naleving van de wetten
  • In België is er geen zuivere scheiding der machten, maar eerder een interdependentie
  • Principes van de rechtsstaat
    • Rechtszekerheid
    • Rechtsgelijkheid
    • Respect voor mensenrechten
    • Constitutie
    • Legaliteitsbeginsel
    • Scheiding der machten
    • Grondrechten
  • Democratische rechtsstaat
    Machtsmisbruik van de overheid wordt voorkomen, maar de democratische besluitvorming blijft onbeperkt
  • Rechtsstaat en democratie worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen niet hetzelfde
  • Een rechtsstaat kan zich ontwikkelen voor er sprake is van een democratie
  • Dictatuur
    Bestuursvorm waarin één persoon of groep alle macht heeft, zonder vrije verkiezingen, met onderdrukking van de bevolking en veel corruptie
  • Theocratie
    Heerschappij van God, waarbij de leiders een kanaal zijn voor Gods wetten
  • Oligarchie
    Heerschappij van weinigen, vaak een vervalvorm van aristocratie
  • Breuklijn
    Maatschappelijke tegenstelling die verwijst naar dieperliggende en structurele verschillen en conflicten
  • Breuklijnen volgens Lipset en Rokkan
    • Centrum versus periferie
    • Kerk versus staat
    • Arbeid versus kapitaal
  • De communautaire breuklijn in België verwijst naar de tegenstelling tussen Vlamingen en Franstaligen
  • De breuklijn kerk versus staat in België wordt vaak omschreven als katholiek versus vrijzinnig
  • Breuklijn centrum versus periferie
    Tegenstelling tussen het centrale gezag en de periferie gebieden, leidde soms tot verzet van regionale bewegingen
  • Communautaire breuklijn
    Vlamingen versus Franstaligen (specifiek voor België)
  • Breuklijn kerk versus staat
    Mate waarin het religieuze element een invloed kan en mag uitoefenen op de politieke besluitvorming, toont zich in discussies over cultuur, onderwijs en ethische kwesties (bv. euthanasie), in België vaak omschreven als katholiek versus vrijzinnig
  • Breuklijn arbeid versus kapitaal
    Kloof tussen kapitaalbezitters en loonarbeiders, ondanks stijgende welvaart nog niet verdwenen, beheerst nog steeds een groot deel van het politieke debat
  • Breuklijn stad versus platteland
    Ontstaan toen het economische (en politieke) belang van platteland afnam, in België minder prominent, laatste jaren meer aandacht (bv. stikstofdossier)
  • Inglehart
    • Stelde dat door welvaartsstijging en hoger opleidingsniveau meer aandacht was voor postmateriële behoeften, terwijl oudere generaties materialistische thema's centraal stelden
  • Traditioneel versus postmodern
    Nieuwe breuklijn volgens Inglehart, meningsverschillen en conflicten over bijvoorbeeld gelijke kansen mannen en vrouwen
  • Kriesi
    • Stelt dat de belangrijkste conflicten zich afspelen tussen de winnaars en de verliezers van globalisering
  • Freezing hypothesis
    De ontstane breuklijnen kregen een permanent karakter en werden geïnstitutionaliseerd, gingen het politieke denken beheersen
  • Verzuiling
    In België: liberale, socialistische en katholieke zuilen waren aanwezig in de samenleving via organisaties, zorgde voor politieke partijen met stabiele electorale achterban
  • Politieke partijen die ontstaan zijn op een breuklijn, blijven zich vaak op die breuklijn profileren, ook als de hoogdagen van de achterliggende conflicten allang voorbij zijn