De collectieve activiteit die uiteenlopende opinies en belangen via dialoog en debat verzoent. De politieke beslissingen leiden tot een beleid dat de samenleving officieel erkent. Omdat de politieke beslissingen in naam van en voor de groep genomen worden, zijn ze ook afdwingbaar.
Democratie
Staatsbestuur van, door en voor het volk
Soorten democratie
Directe democratie
Indirecte democratie
Deliberatieve democratie
Directe democratie
Burgers nemen zelf rechtstreeks deel aan het besluitvormingsproces
Indirecte democratie
Burgers dragen via verkiezingen hun beslissingsmacht over aan een volksvertegenwoordiger
Deliberatieve democratie
Wil met een zo divers mogelijke groep burgers tot politieke besluitvorming komen. Eerst wisselen relatief kleine groepjes argumenten uit, om daarna in grotere groepen te overleggen en een besluit te formuleren
Principes van democratie
Sociaalcontractbegrip
Vrije, eerlijke verkiezingen
Individuele autonomie
Basisvrijheden
Gelijkheid
Scheiding der machten
Verdeling van de macht over een wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
Elk van de machten heeft taken en verantwoordelijkheden, maar wordt ook gecontroleerd door de andere machten (checks-and-balances)
Vierde macht
De pers en haar informatie-en controlefunctie
Wetgevende macht
Maakt de wetten die het maatschappelijk leven organiseren en beheersen. Controleert de uitvoerende macht
Tweekamerstelsel
Wetgevende macht bestaat uit twee kamers, waarbij de adel vertegenwoordigd was in de eerste kamer en het volk in de tweede kamer
Het bicamerale stelsel wordt doorgaans als het meest democratische beschouwd
Sinds de 17e eeuw zitten de aanhangers van de regering rechts van de voorzitter, terwijl de oppositie links zit
Eenkamerstelsel komt vooral voor in recent onafhankelijke of democratische landen
Uitvoerende macht
Ligt bij de regering en het staatshoofd
Rechterlijke macht
Waakt over de naleving van de wetten
In België is er geen zuivere scheiding der machten, maar eerder een interdependentie
Principes van de rechtsstaat
Rechtszekerheid
Rechtsgelijkheid
Respect voor mensenrechten
Constitutie
Legaliteitsbeginsel
Scheiding der machten
Grondrechten
Democratische rechtsstaat
Machtsmisbruik van de overheid wordt voorkomen, maar de democratische besluitvorming blijft onbeperkt
Rechtsstaat en democratie worden vaak door elkaar gebruikt, maar betekenen niet hetzelfde
Een rechtsstaat kan zich ontwikkelen voor er sprake is van een democratie
Dictatuur
Bestuursvorm waarin één persoon of groep alle macht heeft, zonder vrije verkiezingen, met onderdrukking van de bevolking en veel corruptie
Theocratie
Heerschappij van God, waarbij de leiders een kanaal zijn voor Gods wetten
Oligarchie
Heerschappij van weinigen, vaak een vervalvorm van aristocratie
Breuklijn
Maatschappelijke tegenstelling die verwijst naar dieperliggende en structurele verschillen en conflicten
Breuklijnen volgens Lipset en Rokkan
Centrum versus periferie
Kerk versus staat
Arbeid versus kapitaal
De communautaire breuklijn in België verwijst naar de tegenstelling tussen Vlamingen en Franstaligen
De breuklijn kerk versus staat in België wordt vaak omschreven als katholiek versus vrijzinnig
Breuklijn centrum versus periferie
Tegenstelling tussen het centrale gezag en de periferie gebieden, leidde soms tot verzet van regionale bewegingen
Communautaire breuklijn
Vlamingen versus Franstaligen (specifiek voor België)
Breuklijn kerk versus staat
Mate waarin het religieuze element een invloed kan en mag uitoefenen op de politieke besluitvorming, toont zich in discussies over cultuur, onderwijs en ethische kwesties (bv. euthanasie), in België vaak omschreven als katholiek versus vrijzinnig
Breuklijn arbeid versus kapitaal
Kloof tussen kapitaalbezitters en loonarbeiders, ondanks stijgende welvaart nog niet verdwenen, beheerst nog steeds een groot deel van het politieke debat
Breuklijn stad versus platteland
Ontstaan toen het economische (en politieke) belang van platteland afnam, in België minder prominent, laatste jaren meer aandacht (bv. stikstofdossier)
Inglehart
Stelde dat door welvaartsstijging en hoger opleidingsniveau meer aandacht was voor postmateriële behoeften, terwijl oudere generaties materialistische thema's centraal stelden
Traditioneel versus postmodern
Nieuwe breuklijn volgens Inglehart, meningsverschillen en conflicten over bijvoorbeeld gelijke kansen mannen en vrouwen
Kriesi
Stelt dat de belangrijkste conflicten zich afspelen tussen de winnaars en de verliezers van globalisering
Freezing hypothesis
De ontstane breuklijnen kregen een permanent karakter en werden geïnstitutionaliseerd, gingen het politieke denken beheersen
Verzuiling
In België: liberale, socialistische en katholieke zuilen waren aanwezig in de samenleving via organisaties, zorgde voor politieke partijen met stabiele electorale achterban
Politieke partijen die ontstaan zijn op een breuklijn, blijven zich vaak op die breuklijn profileren, ook als de hoogdagen van de achterliggende conflicten allang voorbij zijn