Erikson’s Psychosociale Ontwikkelingstheorie
1 Vertrouwen vs wantrouwen hoop Babytijd (0 – 1)
2 Autonomie vs schaamte wil Vroege kindertijd (1 tot 3)
3 Initiatief vs schuld doel Speeltijd (3 – 6)
4 Vlijt vs minderwaardigheid competentie Schoolleeftijd (6 – 12)
5 Identiteit vs rolverwarring trouw Adolescentie (12 – 20)
6 Intimiteit vs isolatie liefde Vroege volwassenheid (20 – 40)
7 Generativiteit vs stagnatie zorg Middelbare volwassenheid (40 – 65) 8 Integriteit vs wanhoop wijsheid Late volwassenheid (65+)