in rust is het in de cel negatief doordat er veel negatief geladen eiwitten en fosfaten zitten
K+ wilt uit de cel door concentratie gradient, maar wordt binnen de cel gehouden door de negatieve lading van de cel.
bij rust:
K+ kanaal open (er gaat niks uit de cel)
Na+ kanaal dicht
Ca2+ kanaal dicht
bij actiepotentiaal:
K+ kanaal halfopen
Na+ kanaal open
Ca2+ kanaal open
eerst gaat Na+ kanaal open en gaat snel dicht om niet teveel Na+ in de cel te laten komen waardoor volledige activatie optreedt, daarna gaat Ca2+ kanaal open, Ca2+ gaat naar sarcoplasmatisch reticulum voor contractie.
tijdens repolarisatie gaat K+ kanaal open, daardoor kan K+ uit de cel zodat er een evenwicht in lading is
na repolarisatie moeten de concentraties van Ca2+, K+ en Na+ herstelt worden, dat gebeurt door pompen en uitwisselaars
de uitwisselaars zijn er om Ca2+ zo snel mogelijk de cel uit te krijgen, ze wisselen Na+ van buiten de cel om met Ca2+ in de cel
bij ischemie en zuurstoftekort verliest de Na/K pomp zijn functie en hoopt er Na+ op in de cel, daardoor hoopt Ca2+ op in de cel
bij een lading van -65mV is er een absolute refractaire periode -> alle Na+ kanalen zijn inactief
bij een lading van -65mV tot -80mV is er een relatieve refractaireperiode -> Na+ kanalen alleen actief bij grote stimulus
hyperkaliëmie is een toename van K+ buiten de cel, daardoor is het evenwichtspotentiaal van K+ toegenomen. en het membraanpotentiaal neemt ook toe naar -61mV, hierdoor zijn Na+ kanalen inactief. Het gevolg is een langzame depolarisatie (breed QRS-complex en een sneller repolarisatie)
Ek = -96mV
Ek = -61/z * log [K+]i/[K+]o
z = lading ion
[K+]i = concentratie in de cel
Ena = +52mV
Eca = +134mV
membraanpotentiaal negatiever dan het evenwichtspotentiaal dan wilt de ion naar binnen de cel
membraanpotentiaal positiever dan evenwichtspotentiaal van ion dan wilt ion naar buiten de cel